Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 7 augustus 2012

Deeltjesvertrager

Niet ver van de Kinepolis is er een brug waar auto's niet onder mogen rijden. Het is er donker, en men kan aan de stalen pilaren en het dakgebinte zien dat vogels er al jarenlang hun nesten bouwen. De graffiti op de muur geeft het geheel, onverlicht, tegenover het inktzwarte water van de Leie, een indruk van volslagen verstilling. Het is ook een beetje griezelig. Als ik een vrouw geweest was, ik zou er geen plotse ontmoeting willen hebben met gelijk wie. Ik kom er zelf al jaren - niet vaak, niet lang, maar er komt telkens een moment dat ik het gevoel heb dat ik er moet zijn.

Het water maakt bijna geen golving. Ik drink een blik Cola Zero. Bij het beeld zou misschien meer de obligate fles wijn in de papieren zak passen, maar het is een dom cliché waar ik me niet aan wil laven. Bovendien zijn er al excessen genoeg en kom ik hier precies omwille van de kalmte. De occasionele voorbijgangers laten me toch met rust. Ik probeer individuele golfjes te onderscheiden op het water, maar m'n verbeelding botst met de realiteit dat er bitter weinig te zien valt. Niet voor de eerste keer vraag ik me af hoe het zou voelen als ik als een blok voorover zou vallen en zou wegzinken in dat zwart. De schok van de klap alleen al zou voldoende zijn om me terug te doen beseffen dat ik maar beter even in leven blijf. De daad scheidt de waanzinnige van de gezonde mens, het woord de grensbewoner van de geborneerde hinterlander. Waan zit in de familie, bij ons. Daarom dat ik ze ook zo snel herken bij anderen.

Toen ik hier voor het eerst kwam, intussen bijna tien jaar geleden, was het uit een rusteloze radeloosheid. Een relatie die geen relatie was en waarvan ik geen idee had waar ze heen zou sporen (niet zo ver, zo bleek later, en dat was maar best ook). Sindsdien klonk de associatie met twijfel zich vast aan de brug en zijn donkere buidel binnen de binnenring. Een mens heeft zijn grotten nodig, zijn begraafplaatsen voor idiote gedachten. Wat me nu bezighoudt is een voorbarige terugblik op het voorbije halve jaar - maanden waarin woorden aaneengeregen werden dat het een lieve lust was, dat ik liep, dat ik zwoegde, dat ik schilderde, dat ik tegen de muren opliep van wat ik nog in me had van puur lichamelijke kracht, om van de rest nog maar te zwijgen. De stuiterende rusteloosheid van de adolescentie is voorgoed opgelost. Meer dan ooit kan ik mijn zegeningen tellen, om maar eens een scheve leenvertaling te gebruiken. Ik hou van Roman en Natasha, van Feodor en Teodor en al die andere goede vrienden. Nog het meest hou ik van hen als ik hen even niet zie.

De hielen van mijn schoenen slaan dof tegen de bemoste muur van de kade. Het is een dom geluid, en er zijn al domme geluiden genoeg in deze wereld, niet in het minst klanken die ik zelf produceer, maar ik kan het nauwelijks helpen - geef me een microfoon, een pruik en een vlinderdas, en ik transformeer tot een goeiige idioot die barst van de nutteloze anekdotes. Niet dat ik daar larmoyant over moet doen, want het heeft me bijzonder weinig vijanden opgeleverd. De Cola Zero plakt een beetje te veel en smaakt te zoet voor het aantal calorieën die ze maar bevat. Alweer een klein exces is een universum van excessen. Nog goed dat ik niet in God geloof. Ik begrijp de aantrekkingskracht van fundamentalistische bewegingen wel. Antwoorden op alles, kaarsrechte lijnen, duidelijke vijanden. Er is ook een idiote vorm van zelfbedrog voor nodig waar ik het dan weer minder voor heb.

De laatste tijd denk ik ook vaak aan de uitspraak van Carl Jung (die ik voor de rest soms een verklede astroloog vind), die zei dat sentimentaliteit een deklaag is voor brutaliteit. Ik geloof dat. Het doet me denken aan Milan Kundera die beweerde dat kitsch en totalitarisme onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Emoties herleid tot hun lompste gemene deler. Onherkenbare veralgemeningen waar iedereen zich in kan herkennen, het afgesleten openbaar vervoer onder de gemeenplaatsen. Ik heb sentimentaliteit altijd al gehaat. Het staat haaks op wat echte gevoelens horen te zijn, maar helaas zijn de woorden die daarbij horen ook al lang gekaapt door diezelfde brigade van sentimentelen. Liefde is dit. Vriendschap is zo. Alles z'n eigen kleine gezegde, z'n label in de keukenkast met kruiden van Piet Huysentruyt. Toch moeten we door die barrière van afgestompte zinnen kunnen breken. Daarom dat ik hou van extremen en me afvraag of ik me niet beter met een bevredigende plons in de Schelde gooi. Evenzeer een fundamenteel deel van me dat ik het niet doe. Afhankelijk van het standpunt maakt me dat hetzij wijs en in balans, hetzij lauw en laf.

Het lege blikje wordt door m'n hand samengekreukt langs de kreukelzones waar het voor gemaakt is. Alles moet design zijn, of het zal niet zijn. Dat geldt uiteindelijk evenzeer voor onszelf. De eeuwige klim naar boven. Paden van geld en Armani voor het legioen Patrick Batemans in de City of London. Eenzame routes voor monniken die bij leven al dood zijn. We doen ons best. We weten dat dat een excuus is, want zelfs de meest ascetische monomaan zal het nog niet goed genoeg doen om opgenomen te worden in een onsterfelijk pantheon van supermensen, tenzij via een uitgekiende marketingcampagne. Van die kant bekeken zijn psychoses niet zo onaantrekkelijk meer, was het niet dat psychoses voor de belevers ervan zelf een fundamentalisme in het kwadraat vormen, een zonnebank en spijkerbed in één. Ik neem m'n gsm, begin een bericht te typen en delete het dan weer. Er moet nu maar even niks gezegd worden. Het circus kan gerust nog even doorgaan zonder dat ik er bij ben.