Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 8 september 2011

Wachten op eendracht

Omstreeks de nationale feestdag bracht ik een vriendin naar huis langs één van de lange, bochtige en lintbebouwde wegen die Vlaanderen rijk is. Voor ons uit was er plots een andere auto gestopt en was de chauffeur uitgestapt. Ik stopte ook en zag toen dat de Belgische vlag die op z'n auto gedrapeerd ging, er af gevallen was. Ik vroeg me af hoe het moest voelen om door te rijden en dwars over die vlag te rijden, en kreeg daar gek genoeg een erg verkeerd gevoel bij.

In mijn notitieboekje schrijf ik: men denkt al te vaak dat mensen die traag praten en gewichtige pauzes laten vallen, iets interessants te vertellen hebben. Ik heb een hekel aan dat weeë gedrag. Het cliché moet vermeden worden. "Jongeren die niet links zijn, hebben geen hart, en ouderen die links zijn, hebben geen verstand," luidt één van de varianten van een welbekend centrumrechts cliché. Als dat waar is, dan heb ik noch een hart, noch veel verstand. Hoe ouder ik word, hoe schaamteloos linkser ik word. Ik veronderstel dat sommige lezers me daarvoor alleen al zullen afserveren, zullen stoppen met lezen of net verder zullen lezen om zich te kunnen ergeren. Welnu, die lezers moeten ook weten dat ik voorstander ben van klassiek rechtse principes als een slanker regeringsapparaat, meer blauw op straat, fatsoen en respect, ontvoogdingsmaatregelen, strengere straffen voor bepaalde misdrijven en een aantrekkelijk ondernemingsklimaat.

Wat ik echter te weinig lees in het maatschappelijk debat van vandaag is een echte linkse stem. Alles wordt gedomineerd door de politieke krachten van rechts, en al vijftien jaar lang moet ik boutades aanhoren die vaak niet meer zijn dan fantasieën of groteske overdrijvingen. Dit wordt nog verergerd door de sociale sfeer van schrille, gefrustreerde krantencommentatoren op het internet, sensationele berichtgeving rond diverse maatschappijproblemen en een opgeklopte sfeer waarin men onder het mom van "ik ga maar even mijn mening geven" vaak de grootste onzin kan debiteren zonder er verantwoording voor te moeten afleggen.

Een voordeel aan werken in Brussel is dat je gedwongen in contact komt met Franstaligen. Tijdens de lunch wordt er krom Frans en Nederlands door elkaar gesproken, doorspekt met Engels. Een aanwezige Nederlander merkt met z'n typische flegma op dat hij vindt dat Walen en Vlamingen meer op elkaar lijken dan Nederlanders en Vlamingen, en hij krijgt gelijk. Brussel - het gehandicapte wonderkind in de baarmoeder van Vlaanderen. Ik bedenk me ook dat ik al meer geschreven heb over mijn land dan mij lief is.

In de lift kom ik vaak een zwarte man tegen die allerlei materiaal versleept met een onvermoeibaar enthousiasme en een gedienstigheid die me met verstomming slaat. Het begrip 'politieke correctheid' werd uitgevonden in de Verenigde Staten. Mensen die er zich op beroemen 'politiek incorrect' zijn, doen dat met een air alsof ze vrijbuiters zijn tegen het gevestigde establishment, en dat ze bovendien opkomen voor 'gewone mensentaal' die een soort buikgevoel moet verwoorden. Meestal is het echter een dekmantel om racistische, vrouwonvriendelijke of platvloerse uitspraken te doen die niet verkeerd zijn omdat ze 'politiek incorrect' zijn, maar die verkeerd zijn tout court.

Ik wandel door de regen naar de metro. Poolse loodgieters (letterlijk: ze spraken Pools en kwamen met z'n vieren uit een Poolse bestelwagen) hobbelen over het trottoir naar één van de duurdere appartementsblokken. Twee oude mannen, handen op de rug en de snor naar beneden gericht, passeren me. Nog een nota voor mijn boekje: luid praten wordt te vaak verward met interessant zijn. En kritiek met intelligentie. Terwijl ik de trappen afdaal naar de smeuige, in wafelsuiker gedrenkte metro, moet ik ook denken aan het slachtoffercomplex waar ik vandaag tegen uitgevaren was aan tafel. Mijn Waalse collega's beweerden dat dat ook leefde in Wallonië, maar zich vertaalde aan onvoorwaardelijke steun aan de oppermachtige socialisten. In Vlaanderen keert het zich net tegen links. Geen gelegenheid wordt onbenut gelaten om links niet alleen als dom, maar ook als gewelddadig af te schilderen.

Natuurlijk bestaat er randgroupuscules van wereldvreemde of zelfs gewelddadige extreemlinkse oorsprong, maar laat ons die vooral niet overdrijven. Bij gewelddaden en aanslagen die links geïnspireerd waren, is in België de laatste dertig jaar welgeteld één persoon omgekomen, en hard links stelt electoraal in België niks voor. Geweld van extreemrechtse signatuur daarentegen heeft helaas al meer mensenlevens geëist in België, en is angstwekkender omdat die principes ook een electorale voedingsbodem hebben.

Als ik terug opstijg uit de metro, een kwartier later, kruist een buis van De Lijn een bus van de MIVB. Te absurd voor woorden. Een echte Belgenmop, lacht m'n Nederlandse collega smakelijk in mijn hoofd. Moeten we dit eigenlijk erg vinden? Ik merk dat ik vaak afscheid neem van deze toestand. De wereldeconomie heeft koorts en klauwt wild om zich heen. Overal wordt driftig gesproken, geschreven en nagedacht. Het kan zijn dat België binnen tien jaar niet meer bestaat. Ik probeer mezelf op te kikkeren, weg van mijn kwaadheid over populisme en oneerlijkheid, en mik nog een laatste zin in mijn notabloc, als ik al op de trein zit: mensen die alles kapotrelativeren, worden al te vaak gezien als realisten.