Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zaterdag 22 oktober 2022

Dagpersoon/Nachtdier

Als Gentenaar hoor je schamper te doen over Antwerpen en als medestad van het land Brussel hoogstens te tolereren, maar ik ben graag in Brussel en ik vind Antwerpen algemeen een leuke stad. Ja, Antwerpen heeft zijn vervelende kanten: de aanname van haar inwoners dat ze Algemeen Nederlands spreken terwijl dat manifest onwaar is, rattige acteurs met vet haar en veel te veel zelfvertrouwen, Bart De Wever en Tourist LeMC, maar voor de rest bezoek ik Antwerpen graag.

Ik moet er vandaag samen met de baas zijn om een vergadering bij te wonen bij een zusterbedrijf, dat recent een voormalige Minerva-fabriek betrokken heeft samen met een aantal andere zuster-, broeder- en kozijnbedrijfjes. Sommige vloeren zijn nog de originele art deco-fabrieksvloeren en er is een goederenlift die naar verluidt enkel van de buitenkant open kan. Er zijn overal spiegelwanden waarin mijn evenbeeld me besluipt op onaangename wijze ("heb ik ook al zo'n groot hoofd van de achterkant bekeken?!" - "hoe ver komt mijn embonpoint?" - "waarom zie ik eruit als een boerenkinkel in een hemd?"). Na de marathonvergadering werk ik aan een presentatie, met regelmatige rookpauzes. Voorbij de oprit en het parkje aan de overkant van de straat torent een glas- en staalconstructie van een verzekeraar. Ik vermoed dat daar werken lijkt op hoe ik ooit werkte voor een banksoftwarebedrijf. Financiële ondernemingen zijn behoorlijk saai, maar staan bekend als solide werkgevers. Ik daarentegen leid nu het #agencylife.

Deel van mijn #agencylife is dat ik me ook moet ontfermen over kandidaat-stagiairs. Eén zo'n kandidaat heeft per ongeluk twee CV's doorgestuurd - dat van haarzelf en van iemand anders. Ik wijs haar erop op een manier die niet bot of passief-agressief overkomt, want mailtjes kunnen al snel een eigen, nijdig leventje gaan leiden zonder dat je het zo bedoelt. Ik werd onlangs nog geprezen om mijn "heldere communicatie" en, hoewel ik het compliment apprecieerde, vind ik mezelf niet zo'n heldere communicator, zeker niet in gesproken taal. Mijn standaarden liggen wellicht ook hoog. Terwijl ik daarover nadenk, valt me in waar ik de man van kende die met de baas en mij even was komen babbelen bij de lunch (de baas had de fameuze 'mongolendriehoeken' meegebracht uit de Albert Heijn). De man in kwestie was een deelnemer aan 'De mol' van een seizoen of twee geleden. Antwerpen! Telkens als ik er kom, kom ik ergens een BV tegen. 

Binnen zit er niet veel volk vandaag. Van waar ik zit heb ik inkijk in de moderne lunchruimte en enkele afgelegen vergaderzaaltjes met lelijk groen tapis plein. De presentatie raakt afgewerkt op de knip en met wat advies van de weinige zusterbedrijfcollega's die ook aanwezig zijn. Ik had vage plannen om misschien het centrum in te gaan en daar ergens te gaan eten, maar ik besluit dat ik liever thuis wil zijn en moet me reppen om de trein te halen. Tegen dat ik zuchtend en zwetend aankom op het perron, heb ik nog één minuut over. Mijn neiging tot de zweterij en mijn stipheid zijn beiden legendarisch, hoewel je wellicht niet zo denken dat ik een stipt persoon bent als je me voor de eerste keer zou ontmoeten. Die stiptheid is dan ook compensatie voor mijn geest, die zich best laat omschrijven als een metaforische Zillion met bonkende muziek, duizend laserlichten en iemand die door al die dreuning en deining probeert om een belastingbrief in te vullen in het Soemerisch. 

De trein is aan de kleine kant, het volk aan de veeltallige kant. In Beveren stapt een kabinet kwieke zestigers op die vrolijk onder elkaar praten, maar gelukkig niet al te luid. Ze lijken me allesbehalve zure boomers te zijn, maar senioren die juist bulken van de levenslust en verwondering. Ze becommentariëren het voorbijglijdende landschap, dat al met al een afwisseling is van bestemmingsloze Vlaamse vlakten en koterijen, en aan Gent-Dampoort vergapen ze zich aan de loodsen vol fietsen. Moge God het me geven om ook zo vol verwondering te blijven en geen cynische zak te worden. Ik krijg nog een vriendelijk standje van de conductrice, die me uit een dutje opvist en me waarschuwt dat ik anders mijn eindhalte zou missen. Ik heb nochtans al talloze keren op de trein geslapen en het is me nog maar twee keer overkomen. Een kennis deed nog beter: hij moest van Brugge naar Gent, viel in slaap en werd wakker in Leuven. Hij nam een nieuwe trein, viel daar ook in slaap en werd weer wakker in Brugge.

Ik stap af en zie overal jongeren in scouts-, chiro-, KLJ- of Hitlerjugend-uniformen, want het is Dag van de Jeugdbeweging. Ik zeg Hitlerjugend omdat een voormalige bevriende dichter ooit grimmig opmerkte dat hij jeugdbewegingen maar iets paramilitairs vond. In het dorp waar ik opgroeide heette de lokale scoutsafdeling 'Were di', wat inderdaad nogal nazistisch klinkt. Ik was er zelf twee weken lid en hield het toen maar voor bekeken, want die scoutszondagen waren duidelijk een loosplek voor ettertjes waarvan de ouders een dag wilden verlost zijn, en de scoutsleiding had meer interesse in clandestien sigaretjes roken op het autokerkhof in plaats van leuke activiteiten te bedenken. Ik leerde er wel hoe je horzels kon verbranden onder een vergrootglas en dat je brandnetels kan melken (dat staat niet op mijn CV).

Als ik uit het station kom en weer onder de grijsblauwe Gentse hemel ben, denk ik eraan dat er ook mensen bestaan die niet graag in Gent zijn. Ze vinden dat Gent stinkt en dat de mensen er grof zijn. Ik vind van niet maar misschien is dat omdat ik zelf stink en grof ben. En ook, de stationsbuurt toont zelden het beste van een stad. Voor elk vorstelijk paleis à la Antwerpen-Centraal heb je een groezelig, verkruimelend station als dat van Moeskroen, Ronse of Brussel-Noord. Gent-Sint-Pieters lijkt al 20 jaar in ombouw. De psycholoog Daniel Kahnemann bestempelde overmatig optimisme dat gepaard gaat met grote bouwprojecten als iets fundamenteel menselijks. Als we wisten hoe veel energie, geld en tijd die projecten werkelijk vergden, zouden we er misschien niet eens aan beginnen. Een beetje als het leven zelf, eigenlijk.

Ik trakteer mezelf op een taxi omdat ik geen zin heb in nog een rit te delen met medepassagiers, ook al zijn het vitale zestigers in praktische regenjassen. En ik ben moe. Dingen doen die tegen mijn gewoonte in gaan, zoals werken in Antwerpen, vergen altijd extra energie. De taxichauffeur is van het milde type. Met taxichauffeurs heb ik doorgaans snel een band - het zijn net als ik fundamenteel nachtelijke creaturen, zoals nachtwinkeluitbaters, barpersoneel en sekswerkers. Alleen leef ik grotendeels overdag, als een soort omgekeerde vampier. Maar het is vrijdag, dus deze Nosferatu mag uitkijken naar een lange avond. Ik leg het #agencylife af en ga aan de schrijftafel zitten.

maandag 17 oktober 2022

In cauda venenum

Na meer dan tweeëneenhalf jaar is het zo ver: het coronavirus heeft me eindelijk te grazen genomen (dat ik weet). Ik leef al een week in isolatie, en heb daarvan een corporate-poëtische tweeënenhalf dagen toch nog gewerkt van thuis uit. Helaas betekent dat dat ik af en toe ook de verwarming moet aanzetten, vooral 's avonds laat. Bij stijgende energieprijzen kan je er vergif op innemen: de besparingstips die de pagina’s vullen van magazines en kranten, op sociale media gedeeld worden of zelfs uit de mond van politici komen. Net als bij andere problemen als klimaatverandering en armoede wordt steeds een structureel en systematisch probleem gebagatelliseerd tot een zaak van individuele discipline of levensstijl. Ik ben er vrij zeker van dat ik niet de enige ben die dit kotsbeu is. En bovendien: geen enkele besparingstip behalve doodgaan zal iets veranderen aan de absurde onbetaalbaarheid van tienvoudige energiefacturen die, nota bene, voordien al tot de duurste van Europa hoorden.

Over Europa gesproken: eens te meer moeten we weer op Ursula von der Leyen en haar 'Mars Attacks'-kapselconstructie rekenen om iets te doen dat meer is dan hier en daar wat aalmoezen uitdelen (hallo Belgische regering) of simpelweg zo goed als niets doen (hallo Vlaamse regering). Mijn zieke lichaam is nog minder dan anders tolerant voor de barrage aan uitvluchten en middelmatige leugens die we moeten aanhoren. "We mogen toch de markt niet al te zeer verstoren," zeggen rijke liberalen over een markt die zichzelf buiten alle proportie verstoord heeft terwijl ze elke maand een gage van meer dan €5.000 opstrijken. "Ja maar het moet juridisch goed in elkaar zitten," zeggen juridisch goed in elkaar zittende tsjeven die wel genetisch gemanipuleerd lijken om er gedurende hun hele carrière 45 uit te zien. Die tsjeven zijn een beetje als die vriend die je echt wel wil komen helpen, maar hij vindt zijn schoenen niet, het is toevallig juist bingo-avond of hij "moet" wel eerst nog een darmspoeling ondergaan met besparingstips. Ik ijl onder mijn deken in de zetel en zelfs ik ben helderder dan dergelijke lui.

Die besparingstips lijken er overigens van uit te gaan dat veel mensen te dom zijn om die zelf te bedenken, als ze ze al geen tientallen keren elders gehoord hebben. Naast beledigend zijn ze bovendien ook luie bladvulling voor kranten en tijdschriften, waar anders de druk kon opgevoerd worden op de energiereuzen en hun grootaandeelhouders die intussen elke dag miljoenen euro’s rijker worden terwijl sommige mensen geconfronteerd worden met nakende dakloosheid. Critici die vinden dat dit niet de taak is van de media en dat media het beleid niet horen te beïnvloeden snappen wellicht niet dat gezapig besparingstips delen eveneens getuigt van ideologische keuzes.

Ik eet een yoghurtje en beleg een dunne boterham met schijfjes banaan. Ik vraag me af hoe veel monsterlijker één kamer in m'n appartement verwarmen m'n eindafrekening zal maken van Luminus, dat er de vorige keer z'n hand niet voor omdraaide ondanks mijn sterk dalende verbruik de maandelijkse bijdrage toch te proberen opschroeven. Ik luister naar muziek, altijd de balsem op een gewonde ziel. Het Noord-Ierse duo Bicep heeft weer nieuw materiaal uit. Lage, vette en modulerende baslijnen zig-zaggen rond mijn zieke lichaam samen met de zacht-rauwe stem van gastzangeres Clara La San. Ik denk aan lang geleden feestjes, clubavonden, extase en vooral niet dat ik binnen een dik half jaar 40 word. Buiten is het volle maan, al de 492ste die ik meemaak in dit leven. De wolven huilen - op kop de 'helfies' van de N-VA, die al wekenlang proberen om de energiecrisis in de schoenen te schuiven van Groen. Was het maar waar, dat een partij die hoop en al 2 jaar deel uitmaakt van een federale regering in België, de macht had om de energieprijzen te beïnvloeden voor 750 miljoen Europeanen. 

Als dessert neem ik een pijnstiller, voor ik weer in de zetel ga liggen en mezelf trakteer op een vuile, hevige hoestbui. Misschien moet ik dat toevoegen aan mijn profieltekst bij mijn nakende rentrée op de datingmarkt, en wie weet ben ik daar plots ook zo veel meer waard dan ik eigenlijk ben. Als bij toverslag rolt een WhatsApp-bericht binnen van mijn meest recente ex, die vergezeld van schattige emoji's zegt dat ze me mist. Haar huidige profielfoto is zij die half uit een luxewagen zit, aan het stuur, met een constructie van hoge hakken en lederen riemen die tot halverwege haar dijen komen. Ik begrijp niet goed waarom ze eens in de zo veel weken laat weten dat ze me mist, als ze tijdens onze relatie al geen knijt deed om dichter tot mij te komen of te proberen begrijpen wat er echt toe deed voor mij. Ze zou goed passen op het kabinet van een mindere Vlaamse minister.

Naar opnieuw daten kijk ik niet heel hard uit, moet ik zeggen. Maar dat geldt wellicht ook voor de potentiële partners die zich in die ringen rond Saturnus bevinden, die ook al hun eigen rugzakken moeten dragen en misschien simpelweg zoeken naar een fijne, eenvoudige man die geen doublespeak spreekt of tweets liket van rechtse prelaten die de nakende dakloosheid van tienduizenden mensen beschouwen als deel van een sportwedstrijd of missverkiezing voor onatletische en lelijke lui. Ik sluit m'n ogen en hoor m'n radiator tikken. Knock knock. Who's there? Fuck off.