Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 13 juni 2017

'Gedachten' wordt voor onbepaalde tijd vergrendeld

Het moest er misschien ooit van komen. Al bijna tien jaar zet ik hier korte gedachten uiteen, fragmentjes over wandeltochten en gesprekken, of een soort verhalende essays, om niet dat gehate tsjevenwoord 'cursiefje' in de mond te nemen. Dat woord smaakt naar oude crème au beurre en pantoffels van oude mensen.

Dit (voorlopige?) einde betekent niet dat ik stop met schrijven. Er zullen nog altijd gedichten, beschouwingen en ander werk verschijnen op m'n andere blogs. De redenen dat ik er hier de brui aan geef, voor wie ze wil weten:

(1) Tijdsgebrek


Geloof het of niet, maar ik kan niet leven van fictie, poëzie en egodocumenten. Ik heb een veeleisende dagjob en dat betekent dat ik moet focussen waar ik m'n vrije tijd aan besteed. En dat brengt me snel bij het volgende punt...

(2) Ik heb er zelf niet zo veel meer aan

Ik heb het gevoel dat ik deze vertelvorm wat heb uitgeput en daardoor te vaak uitkom bij dezelfde procédés, dezelfde verhaalelementen en dezelfde gedachten. Op restaurant vind ik het niet zo erg met te houden aan m'n vertrouwde steak béarnaise, maar in m'n schrijven ben ik toch op zoek naar grotere uitdagingen. Over uitdagingen gesproken...

(3) Ik gruw van emotioneel exhibitionisme

Het is niet dat ik niets wil delen over mijn gevoelswereld, maar het is een fiks stuk makkelijker schrijven als de dingen goed lopen. Nu ben ik nooit het type vrolijke Frans geweest - zeker niet op papier - maar de laatste twee jaar heb ik toch vooral emotionele kwetsuren opgelopen die voor mij te larmoyant zijn om met de wereld te delen. Kort proza is niet de manier om die te laten helen, en naar medelijden zoek ik al helemaal niet. En over wat ik dan wel zoek...

(4) Dit type teksten brengt me niet dichter bij publicaties


Het zou fijn zijn om op een dag met een hardcover te mogen pronken waar de naam op staat van een gerenommeerd literair huis en een dubieuze foto van yours truly, maar het zal allicht niet door dit soort teksten komen. Hoe dan wel, dat weet ik ook niet. Misschien moet ik ergens aan een lul gaan zuigen. Gesproken over publiceren...

(5) In de wachtzaal blijven zitten werkt demotiverend

Ik gun iedereen zijn of haar plekje in de zon, maar ik ben de goedbedoelde (maar irrelevante) adviezen van anderen wat beu over hoe ik meer succes kan boeken. Ofwel heb ik die adviezen al geprobeerd, ofwel zijn ze niet van toepassing op mijn geval.

Nu rest me nog enkel om de mensen te bedanken die de laatste jaren m'n teksten hier hebben gelezen en nu en dan eens hebben gedeeld via sociale media. Van letterlijk zo goed als geen bezoekers te hebben in 2009 tot nu een paar dozijn per week is voor een literaire nobody toch al iets, dus ik dank alle lezers uit de grond van m'n hart voor de tijd die ze hier hebben gespendeerd. Hopelijk hebben jullie er iets aan gehad en kon ik jullie vermaken, verstrooien of aan het denken zetten.

Blijf zeker mijn hoofdwebsite in de gaten houden. Daar staan voor de rest van het jaar nog een aantal projecten gepland die in productie zijn, te beginnen met een bundeling en redactie van het beste wat hier de laatste 8 jaar is verschenen, in een handig formaat voor aan het zwembad, in een bergchalet of gewoon voor op de wc.

maandag 12 juni 2017

Kompas op nul

Ik sta aan het einde van een weg en voor me ligt een vlak landschap dat gehuld is in nevel. Dit lag weliswaar ergens in de lijn der verwachtingen, maar dat maakt het daarom niet ineens prettiger. Mijn hart is door een blender gehaald, al voor een keer die ik niet eens meer wil tellen. Ik ben 34 en afhankelijk van de definitie ben ik al door 11 relaties gegaan. Daarvan eindigde er één in onderlinge overeenstemming, beëindigde ik er zelf vier en werd ik in de overige zes gevallen zelf gedumpt. Die cijfers zeggen op zich niets.

Ze zei dat ze tot zichzelf moest komen en een tijd alleen moest zijn. Daarna wil ze me wel terugzien. Maar blijven wachten op iets wat er misschien niet gaat komen, dat gaat niet. Dan verleng je enkel maar de pijn en hou je een wonde open. Dus ik heb mijn stapschoenen aangetrokken, mijn rugzak omgegord en ben na een diepe ademtocht het vlakke landschap in gewandeld. Het kan zijn dat ik haar terugzie op het einde van die tour, het kan ook zijn van niet. Als aanhanger van positieve psychologie probeer ik te kijken welke lessen ik kan trekken uit de episode van het voorbije halfjaar om die toe te voegen aan het dikke boek van de amoureuze wijsheden.

Eén van die lessen is dat ik niet aan 11 relaties was geraakt als ik meer had vertrouwd op een combinatie van instinct en ratio, in plaats van overmatig te steunen op één van de twee. Of die relaties hadden allicht minder lang geduurd. In onze vrije, blije wereld hebben we zo weinig omkadering voor de relaties die we aangaan. Vriendschap, seks, liefde, genegenheid en partnerschap zijn allemaal elementen die we geneigd zijn in één Kinepolis-goodiebag te gooien, ofwel scheiden we die strikt op zo'n eetbordje voor kleuters, maar de waarheid is een stuk fijnmaziger dan dat. Dat krijg je niet uitgedrukt op een Tinder-profiel.

Een andere strijd is te beseffen waar je genoegen mee kan nemen. Op dat vlak ben ik een eigenaardige reiziger. Aspecten waar veel anderen van zouden weglopen, zoals een geschiedenis van mentale problemen, trauma, existentiële crises, disfunctionele families en slepende ziektes ben ik bereid er op de koop toe bij te nemen. Waar ik blijkbaar niet tegen kan, is het gevoel dat ik ofwel niet zo belangrijk ben ofwel te belangrijk, of dat ik te veel uiterlijkheden ontdek die me tegenstaan. Zelfs in die laatste categorie is het doorgaans niet wat je zou denken. Ik vind brede heupen en een buikje bijvoorbeeld schattig. Een lelijk kapsel of te veel moedervlekken staan me dan weer enorm tegen.

Alles is hier nieuw en toch weer niet. Ik ken deze nevels. Er zijn periodes geweest dat ik er twee jaar door ronddoolde zonder iemand tegen te komen, en dan weer fases waar ik op twee maand drie, vier verschillende vrouwen tegenkwam die wel wat met me of van me leken te willen. Op metaniveau, overigens, wil ik nooit meer één vent horen klagen dat vrouwen niet geïnteresseerd zijn in een man die het goede probeert te doen. Het klopt wel dat het er veel minder zijn dat je zou denken als je feministisch geïnspireerde artikels leest, maar ze zijn er, en het zijn doorgaans geweldige vrouwen.

De weinige vijanden die ik heb verheugen zich mogelijk in de aanhoudende troebele waters waar ik steeds in lijk terecht te komen. Die mogen dat doen. Ik denk dat er weinig mensen bestaan bij wie liefde niet ergens ettert, monsters verhult in schaduwen of iemand confronteert met pijnlijke waarheden. En ook, wie zich verkneukelt in het relationele ongeluk van een ander die staat maar net een trapje hoger dan iemand die blij is om te horen dat iemand kanker gekregen heeft. Het zegt meer over hen.

Soms wil ik geen enkel verlangen meer voelen, naar niets meer willen zoeken dat buiten mij om ligt, maar het is all zu menschlich, neem ik aan. Wil je niet verbonden zijn met anderen, dan veroordeel je je tot barre eenzaamheid, en wat voor goeds komt daar nu uit? Het landschap helt. Naar boven, altijd. Ik zet de stappen voorzichtig, kijk behoedzaam om me heen. M'n kompas wijst naar wie er altijd voor me zijn: de goede vrienden, de dichte familie, en een heerschap op vier poten met een onstuitbare honger en een vacht die nog rosser is dan m'n snor. Maar nu is er even enkel de kille lucht en de sobere begroeiing van het zachtste leed ter wereld.