Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 25 april 2021

Met de ijsjeskar de afgrond in

Sinds ik hier woon, is het vanaf de lente tot in de nazomer bijna elke avond rond 9 uur vaste prik: de ijsjeskar die passeert in de buurt. Ik heb me al ontelbare keren afgevraagd of je geen sociopaat moet zijn om elke avond opnieuw datzelfde onnozele deuntje superluid te moeten horen uit je eigen luidsprekers. Ik vind de luttele minuten dat ik het moet horen al ergerlijk, laat staan dat ik er elke avond middenin zou zitten. Dat, of de ijsjesverkoper is doof. Maar dat is dan weer niet handig als mensen iets willen bestellen.

Tegelijk heeft zo'n kar iets romantisch. Ik herinner me als kind dat we nog een mosselboer hadden en een melkboer die aan huis kwam - en ja, ook een man van IJsboerke, die we uiteraard helemaal metonymisch 'den IJsboer' noemden. Mijn vader spreekt zelfs nog over messenslijpers die aan huis kwamen, zelfs in wat nu de aangekoekte fusiekernen van Gent zijn. De enigen die nu nog aan huis komen zijn getuigen van Jehova en leurders met energiecontracten. Ik had ooit zo'n hevig zwetend exemplaar in een te groot kostuum toch eens zijn parlé laten doen en wees er hem voorzichtig op dat het contract dat hij voorstelde duurder was dan wat ik toen betaalde. Hij droop half-stotterend af. Ik had medelijden met die jongen, eerlijk gezegd.

Nu, morgen moet ik zelf weer de hort op, maar dan digitaal. Het is ondertussen een stolperstein van een boutade geworden dat de meest 'essentiële werkers', die wel nog elke dag moeten gaan werken (verplegers, politielui, bouwvakkers, garagisten, hulpverleners, en zo voort) en zich blootstellen aan gevaar van de pandemie, vaak ook niet erg goed betaald zijn. Terwijl één of andere overrijpe consultant in een bak van een BMW leeft van lulkoek en het driedubbele opstrijkt (ik wàs ooit een overrijpe consultant, weliswaar met een Mercedes, dus ik wéét waarover ik spreek), laat staan onze belachelijk overbetaalde cumulards in de politiek, waarvan 75% wellicht nog niet competent genoeg is om een computer aan te zetten.

Het volk kraakt en barst en het verlangen naar iets wat lijkt op een normaal leven is groot. Net zoals messenslijpers, melkboeren of de postbode die bij de mensen thuis een glaasje cognac kwam drinken voorgoed verleden tijd zijn, hopen velen onder ons dat er enerzijds een hernieuwd respect komt voor het essentiële personeel, liefst in een mooie opslag, en anderzijds dat de witteboordenbedienden in de norm van thuis uit mogen werken als ze dat willen. Maar de inertie is groot. Als 1/3 bedrijven de coronaregels al niet goed naleeft, maak ik me geen illusies dat zeker het dubbele daarvan terug zal willen naar business as usual.

Enerzijds is dat begrijpelijk. Mensen zijn gewoontedieren en voelen zich comfortabel bij gewoontes, ook al zijn het slechte of domme gewoontes. Dingen veranderen kost energie en vraagt een bijstelling van je wereldbeeld of je visie op jezelf. Zeker de huidige powers that be hebben er hoegenaamd geen belang bij om in een post-coronawereld dingen te veranderen. De machtsverhoudingen in onze steden, regio's en landen zijn ongewijzigd. Er is geen revolutie op til. Ik betwijfel of bijvoorbeeld Nederland zijn afbraakbeleid in de zorgsector zal omkeren of dat Boris Johnson minder een lul zal zijn tegen eind 2021.

Maar het kan ook niet zo blijven duren of we hebben tegen 2024 (of daaromtrent) een volgende superzware economische crisis aan ons been, een populistische nihilist als Orbàn of een pilaarbijter als Erdogan die ergens een democratie verder ontmantelt, een natuurramp die enkele miljoenen mensen wegvaagt, en ga zo maar door. 

In theorie kunnen we die dingen keren, hoor. Maar momenteel zijn we nog altijd de Paaseilanders die de laatste bomen aan het omhakken zijn voor bouwwerken. Misschien zijn velen doof geworden voor het altijd herhaalde muziekje van de ijskar als onvermijdelijk achtergrondgeluid, of het nu gaat over de professionele beunhazen die we elke dag op tv zien, of de waarschuwingen van wetenschappers en activisten dat het zo niet verder kan. Verandering - ten goed of ten slechte - lijkt altijd onmogelijk tot ze gebeurt.