Al meer dan een uur weet ik dat mijn telefoon aangeeft dat het rond 16:15 vandaag zal beginnen regenen hier in de buurt. Ik ga dus best naar de krantenwinkel om sigaretten voor die tijd, en toch vertik ik het omdat ik aan het schrijven ben en in een goede flow zit. En trouwens, hoe fantastisch het ook zou lijken voor iemand uit pakweg 1994 dat je telefoon 30 jaar later het weer kan voorspellen, hij zit er net zo goed vaak naast. Niet vandaag, jammer genoeg, merk ik als ik over de straat rol met mijn fiets. Het is enorm druk in de buurt, hoewel ik eigenlijk niet in een heel drukke buurt woon. Het weer is guur en grijs, typisch herfst. Dikke regendruppels. ‘Spooky season’ is begonnen. Verzette ik me 20 jaar geleden nog tegen de sluipende opkomst van Halloween als een Amerikaans Fremdkörper, heb ik het nu toch omarmd. Een bevriende artiest merkte ooit op dat racisten mogelijk toleranter zouden worden als alle feestdagen van alle culturen hier in België betaalde verlofdagen waren. Want op de meest verzuurde workaholics na kan toch niemand iets hebben tegen meer dagen vrijaf?
Vorig jaar was ik op het Halloween-feestje van het werk verkleed als Julius Caesar. Een collega was verkleed als een cocktail en de baas als tovenaar, maar hij zag er meer uit als een dakloze. De cocktail had een prikker die eigenlijk een lightsaber was en hij daagde de baas en mij uit tot een duel op de parking. Ik ging er niet op in en rookte rustig een sigaretje, en de cocktail ontdekte die dag dat de baas extreem competitief was. Naast ons kantoor is er een rendez-voushotel. Gasten die die avond toevallig contemplatief uit hun venster keken in hun post-coïtale meditaties werden getrakteerd op het beeld van een dakloze die een man behangen met bladeren en fluolichtjes de pleuris mepte met een lichtgevende stok op een parking.
Dit jaar valt er een pak minder af te lachen. Deze week kregen 7 collega’s hun ontslag. Ik was één van de mensen die één ervan het slechte nieuws moest brengen. Dat is geen fijne ervaring, maar ik wilde het doen omdat ikzelf die collega grotendeels had aangeworven het jaar voordien. En bovendien was het een ontslag omwille van economische redenen, niet wegens zware fouten of gebrek aan competenties. Niettemin doet je ontslag krijgen altijd pijn. Ik kan het weten want ik ben op 3 van mijn 8 werkplekken zelf ook ontslagen. Het strekt mijn collega’s en ex-collega’s tot eer dat ze me niets verweten hoewel ze die dag logischerwijze concludeerden dat ik al een tijd wist dat het er zat aan te komen, maar het bleef een pijnlijke operatie. Spooky season indeed.
Ik fiets voorbij twee gevaarlijke kruispunten. Er zijn vandaag niet alleen veel auto’s, maar ook veel voetgangers. Niet iedereen let even goed op. Ik zie een familie met winkeltassen waaruit fel gekleurde items piepen. Misschien decoraties of accessoires voor Halloween. Omdat ik van de laatste 15 jaar dat ik in Gent woon 14 jaar op appartementen heb gewoond, heb ik maar één keer trick or treaters aan de deur gehad. Dat waren toen drie meisjes die ik rond de 15 schatte, niet enorm goed verkleed en misschien ook wel wat te oud voor het hele gebeuren, maar ik heb ze toch snoep gegeven. Mijn vermoeden was dat ze gewoon snel snoep en snacks wilden scoren in de buurt, en ik kon er niet eens kwaad voor zijn. Bovendien: geven is leven, nietwaar.
Als het Halloween-feestje nog doorgaat op het werk bij ons, dan is het thema kennelijk jeugdreeksen en cartoons uit de jaren ’90 en ’00. Ik vind dat een aartsmoeilijke opdracht, niet omdat ik niets kan bedenken, maar omdat het betekent dat ik speciaal dingen ga moeten kopen of huren. Ik overweeg om te komen als een Dementor uit Harry Potter, maar gezien wat ik deze week heb moeten doen, is dat misschien een nogal ongelukkige keuze (ik was al op het idee gekomen een maand voordien). Dat hele Potter-verse is natuurlijk ook niet onbesproken door de capriolen van bedenker J.K. Rowling, die één van de boegbeelden is geworden van de Britse anti-transbeweging, voordien bekend als de TERF-beweging (‘trans-exclusionary radical feminists’), maar de F mag je al een tijd lang weglaten nu die groepen zich steeds meer aligneren met extreemrechts. Het doet me denken aan een scène uit ‘The Handmaid’s Tale’ van Margaret Atwood, waar radicale feministen openbaar porno verbranden omdat het objectiverend en dehumaniserend is voor vrouwen, maar mee de weg helpen te bereiden voor het fascistische, Taliban-achtige regime van Gilead dat vrouwen nog veel harder objectiveert en ontmenselijkt, maar op andere manieren. Ze vinden gewoon dat porno foei is en dat niemand, en al zeker vrouwen niet, hoort te genieten van seks.
Seks is ver van mijn gedachten als ik arriveer bij de krantenwinkel, die eigenlijk meer een verkapt gokkantoor is. Het is soms zielig als er voor mij zo’n oudje staat dat maar krasloten en tickets voor kansspelen blijft kopen en het zich eigenlijk nauwelijks kan permitteren. De ouders van een collega baatten een krantenwinkel uit en ze kenden die klanten maar al te goed, maar zelfs als je de ethische keuze maakt en weigert hen te bedienen omdat ze gokverslaafd zijn, gaan ze wel elders. De huidige uitbater is een Aziaat met een vreemd champignon-achtig kapsel, maar het is niet hem die ik in de winkel aantref. Het is een jongere, witte man, maar met net hetzelfde kapsel? Vreemd. Er zijn geen gokkende oudjes in de winkel. Enkel tabaksverslaafde Anton.
Als ik terug thuis ben, opnieuw laverend door wind en verkeer (en de regen), heeft mijn kat Reginald postgevat op de chauffage en kijkt hij door het raam van mijn bureauvertrek de hemel in als een vogelwichelaar. Dat zou zijn voorganger nooit gedaan hebben. Tyr was natuurlijk ook al 8 jaar oud toen hij met mij verhuisde naar dit appartement, Reginald is nu iets meer dan een jaar oud. Tyr was heel sociaal en onbevreesd, Reginald is niet helemaal asociaal maar erg onrustig en angstig. Behalve als hij alleen met mij is. Dan kan hij als een raket door het appartement schieten of luid misbaar komen maken bij mij als hij wil spelen, eten of knuffels wil krijgen. En die krijgt hij meestal van mij. Want geven is leven, nietwaar.