Het is een gemengde dag vandaag op het einde van een weekend dat een stuk langer aanvoelt dan het is. Terwijl buiten witte en grijze wolken een hemel doorkruisen die rond deze tijd van het jaar veel blauwer hoort te zijn dan hij is, kauw ik op emoties. Rauwe, ongefilterde emoties tonen doe ik bijna nooit. Niet alleen omdat ik geen kind ben maar omdat ik heb geleerd hoe heftig die kunnen zijn voor mij. Niet iedereen heeft dezelfde emotionele breedte en diepte. Daar zit geen waardeoordeel in, trouwens, iedereen is ook maar gebouwd zoals het huis dat ze gebouwd zijn, het enige wat we ermee kunnen doen is zien hoe we de kamers vullen en met welk meubilair. Bijvoorbeeld: ik zit bovenop een stratovulkaan waarvan de caldera gevuld is met woede en razernij. Die kan in principe eindeloos opwellen uit de dieptes van mijn ziel zo lang ik genoeg eet en drink. Er is geen waarom voor, geen groots, allomvattend trauma.
Omdat ik weet dat die woede proberen te koelen op mensen die me boos maken, geen goed idee is en dat daar zelden iets goeds uit zal voortvloeien, kanaliseer ik die op een abstracte manier naar mijn bevindingen over de maatschappij, de politiek, de wereld. Woede over onrecht, kwaadwilligheid, leugens, domheid. En met domheid bedoel ik niet iemand die pakweg niet bekend is met de meer verfijnde knepen van de driehoeksmeetkunde of niets kan vertellen over Chinese dynastieën, nee, met domheid bedoel ik meestal mensen die denken het beter te weten maar helemaal niets weten. Het is vreemd dat net die mensen zich vaak superieur wanen. Nu en dan glij ik uit en ga ik eens goed tekeer tegen zo'n anoniem individu op het internet. Een vriendin vertelde me dat dat nergens voor nodig is en ze heeft gelijk. Maar ik kan niet altijd mijn kwaadheid kanaliseren in teksten, gedachten of lange essays.
Er wordt nog regen verwacht vandaag, net als gisteren. Op de achtergrond staat het EK voetbal op. Gisteren, de tweede speeldag, was even gemengd als de wolkenhemel vandaag, met ongelijke helften van pieken en dalen. De combinatie van voetbal met de regen bracht de voor de hand liggende herinnering terug van het WK van 2002, dat ik doorbracht in een waas van liefdesverdiet, vastgeklampt aan de strohalm van landen, matches en voetbalcommentatoren. Dat ik me dat zo goed kan herinneren is omdat ik naast woede ook een schier eindeloze capaciteit heb voor verdriet. Erger nog, soms zoek ik dat gevoel bewust op, niet bij mezelf, maar in kunst. Zoals het boek dat ik momenteel aan het lezen ben, 'Demon Copperhead'. Het is niet goed voor mijn welbevinden, maar toch lees ik verder, misschien omdat kunst, zoals Richard Ashcroft zingt in 'Bittersweet Symphony', "recognises the pain in me." Mediteren zou wellicht een betere kuur zijn dan mijn eigen verdriet reguleren door me over andere dingen verdrietig te maken. Verdriet is al even eindeloos als woede. Niet als een vulkaan, maar een oceaan. Zaak is om te blijven zwemmen, want de bodem is eindeloos.
Misschien is de erkenning dat iedereen lijdt wel wat de weg opent naar het medeleven. Ik voel weerstand tegen dat woord gebruiken, net als "empathie", omdat het al zo vaak misbruikt is door weeïge, muffe kerktypes en sekteleiders die vanuit een superieur soort medelijden handelen. Ik vind bijvoorbeeld macho's zielige figuren, maar wannabe-Jezussen zijn nog erger. Tenslotte heb je ook die Pokémon-evolutie van wat in de jaren '90 new-agers waren en die rond 2010 plots allemaal hooggevoeligheid omarmden, mensen die nu verzuchten dat ze toch "zo empathisch" zijn. Daarmee kondigen ze in veel gevallen vooral af hoe vermoeiend en egocentrisch ze zijn. Maar toch. Het is een diepgeworteld gevoel waaruit ik elke dag toch probeer mijn handelen te laten spreken. Het sleutelwoord is hier "proberen". Ik voel mee met de voetbalsupporters op de tribune, ik weet wat die emotie is. De euforie, de verslagenheid. Het helpt wel dat ik in de match die ik nu met een half oog zit te bekijken (Nederland-Polen) geen persoonlijk belang stel. Veel leeftijdsgenoten en ikzelf stellen vast dat onze empathie groter wordt met ouder worden. Vaak schrijven ze dat toe aan kinderen hebben. Maar ik heb geen kinderen en ik voel precies hetzelfde. Misschien is het emotionele ervaring.
Sinds oktober heb ik een nieuwe kat. In tegenstelling tot zijn voorganger heb ik deze vanaf het moment dat hij aan mijn zijde was, helemaal alleen grootgebracht. Dus ik vraag me af in hoeverre hij een reflectie zal worden van mij. Uiteraard komt hij met zijn eigen huisje. Hij is neurotischer dan de meeste andere katten, hij heeft snel schrik. Tegelijk is hij overduidelijk gehecht aan mij - hij wil zijn waar ik ben, of het toch in elk geval weten. Elke avond komt hij me miauwend begroeten en rond mij drentelen als ik thuis kom. Ik bedenk me dat we bij dieren vaak eisen wat we van onszelf eisen: hun impulsen en rauwe emoties onder controle houden. Bij sommige dieren lukt dat niet. Ik heb bijvoorbeeld gehoord dat zebra's ontembaar zijn. Het verschil is natuurlijk dat wij vanaf een bepaalde leeftijd niet meer getemd worden door een hogere macht, maar door onszelf. Ik moet de kleine kater (een lichtoranje tabby waarvan mijn tante zei dat hij "precies in de javel gevallen was") tot de orde roepen want hij blokkeert het tv-beeld. Hij gaat dan op de grond zitten en volgt de match verder op die manier. Ik denk dat hij vooral geïnteresseerd is in de rondvliegende bal. Of misschien supportert hij conform zijn vachtkleur wel voor Oranje.
Waar ik de gaten van al die emotionele stormen niet kan dichtrijden door de beteugeling en toch niet uitglij, dan schrijf ik. Het is tegelijk een bliksemafleider en weer een nieuwe manier om gevoelens te kanaliseren omdat ik mezelf dwing om na te denken en naar mijn emoties te kijken in plaats van ze met m'n vingers als medium enkel op papier te gooien. Als ik dat zou doen, zou ik me zeker schamen over het resultaat. Maar het is er dan op een bepaalde, scheve manier wel uit - en als bonus heb ik iets geproduceerd. Intussen is de match voorbij. Het regent in Hamburg (hier nog niet) en Nederland heeft 2-1 gewonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten