Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 25 juli 2024

Nee, gij zijt raar

Men zegt dat dromen zijn zoals verbouwingen en campagnes in 'Dungeons & Dragons' - razend interessant voor jezelf, maar niemand anders wil er eigenlijk over horen. En toch. Vannacht droomde ik dat op een jaarlijkse barbecue was met allemaal mensen die ik niet kende en waar ook Justin Timberlake aanwezig was, eveneens jaarlijks. Ik babbelde bij met onbekenden waarvan mijn brein stellig wist dat het vrienden waren die ik elk jaar zag. Toen ik naar buiten ging om te roken zag ik de buurman van het gebouw - een lange zestiger met wild wit haar - telkens opnieuw naar buiten komen om niet alleen afval in zijn vuilniksbak te dumpen, maar ook katten op te pikken die op dat vuilnis af kwamen. 

Op diverse wijzen maakte hij de dieren dood terwijl hij ze mee in het afval stak. Op een bepaald ogenblik, terwijl hij zijn tuin stond te sproeien, sprak ik hem toch aan. Hij bleek een Nederlander te zijn. Ik vroeg hem of dat echt moest, die arme dieren doodmaken. Hij vroeg of ik daar een probleem mee had en ik zei ja. Vervolgens haalde hij uit het niets een kettingzaag boven en kwam op me afgerend. Op straat stopte een zwart busje en sprongen er drie mannen uit met andere marteltuigen, eveneens op me af rennend. Toen werd ik wakker.

Ze zeggen dat dromen idiosyncratisch zijn en een soort testbeeld van de geest. Maar bijna al mijn dromen zijn zoals die die ik hierboven beschreef. Ik schrijf er geen betekenis aan toe buiten dat ik misschien een geest heb die op de plotlijn van de mensheid ergens in de uithoek van een ver kwadrant zit. Ik ben daar niet trots op en ik schaam me er ook niet in - ik kan er namelijk niets aan doen.

Een halve dag later zie ik aan de kassa van de supermarkt een man die heel goed lijkt op de kattenmoordenaar-met-kettingzaag. Het is evenwel geen Nederlander. Hij staat uitgebreid zijn beklag te doen bij een cassière over "misleidende prijzen". Hij dacht dat zijn bakje met 2 paprika's €1,76 ging kosten maar dat was de stukprijs, dus hij betaalde het dubbele. Ik kan niet horen wat de cassière zegt, maar de man blijft maar herhalen. Alsof die arme vrouw het prijsbeleid uitstippelt van de winkel of de producent. Alsof ze gaat zeggen "allez 't is goed meneer, ge krijgt het voor de helft van de prijs, hier is uw €1,76." Een ontzettend lullig bedrag overigens om over te redetwisten. Die man moet ofwel de man zijn met de minste problemen ter wereld als dat hem al de moeite lijkt om aan te klagen, of het is zo'n vent die letterlijk alles een probleem vindt en de wereld meesleept in zijn eindeloze queeste naar de banaalst mogelijke onderwerpen om je over op te winden. 

Ook in tegenstelling tot mijn droom spreek ik hem er niet over aan. Er hangt over deze vroege vooravond wel een vaag vervreemdend gevoel, alsof deze werkelijkheid zelf licht verwrongen is. Buiten staat al de hele tijd een ouder, genderambigu persoon in een t-shirt vol grote, veelkleurige bollen schijnbaar te praten tegen niemand. Aan de kast met vapegerei staat een kale man rare gezichten te trekken terwijl een winkelmedewerkster aan het sukkelen is met de sleutels van diezelfde kast. De rijen aan de selfscan zijn griezelig lang en bulken van de raar uitziende figuren die zouden kunnen geschilderd zijn door Breughel of Bosch. Ik herinner me nog hoe mijn voormalige therapeute het verwoordde, dat ik de wereld soms ervaar als een soort grotesquerie, en het is waar. Vooral op dagen dat ik noodgedwongen die wereld in moet. 

Ben ik dan zelf ook grotesk? Je weet wel, iets van in afgronden staren en zo verder. Misschien wel, maar dat verandert niets aan hoe ik de wereld waarneem. Ik zou er trouwens mijn neus voor ophalen om een arme cassière te belagen over godbetert €1,76. Ik balanceer al jaren op de rand van de armoede, maar daar ben ik me toch even te trots voor. Zoals mijn overgrootmoeder decennia geleden zei om een opkomende ruzie met volk van laag allooi in de kiem te smoren op een camping: "Madam, wij zijn daar van veel te goed volk voor." Briljant. Intussen ligt die ook al weer 33 jaar onder de zoden goed volk te zijn.

Wat mijn Weltanschauung mogelijk wel verraadt over mezelf is dat ik ergens nog altijd het verlangen koester om normaal te zijn. Normaal, gemiddeld, best tevreden. Niet raar, extreem en behept met een temperament dat me tot in de stratosfeer kan slingeren maar me even goed kan neersmakken in de Marianentrog. En na al die jaren blijkt dat mijn kinderachtige defensiemechanisme te zijn als ik denk/weet dan men mij vreemd vindt: "nee, gij zijt raar." Ik moet er om lachen als ik op de fiets spring en ik kruis de paprikaklager die met een nors gezicht, als een uitgezakt aambeeld, zijn winkelkar terugrolt. Hij kijkt even naar mij en zal vast denken "wat heeft die idioot nu te lachen?".

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten