Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 24 juli 2022

Hans en de C130

Door puur toeval zat ik gisteren schouder aan schouder met honderden medemensen in de Capitole in Gent te kijken naar een show van Hans Teeuwen. Een goede vriend kon niet gaan omdat hij in Italië zat met zijn vriendin, dus schonk hij grootmoedig zijn ticket weg aan mij, wetend dat ik anders aan zoiets geen geld zou willen (en kunnen geven). Nog voor het optreden begon zat ik al in dat kleine klapzeteltje in mezelf te graven om mijn gemoed te kalibreren, want zo temidden een massa zitten waaruit je niet zomaar weg kan in het halfdonker valt me elk jaar zwaarder en zwaarder. Het is confronterend. Waar is die twintiger heen die zich daar moeiteloos over kon zetten? Het hielp toen natuurlijk ook dat ik toen veel vaker buiten kwam (of ergens anders binnen zat).

Het was bijna 20 jaar geleden dat ik in de Capitole zat. Toen was ik met mijn toenmalige vriendin gaan kijken naar een vertoning van 'Scrooge' die alles had van een musical, maar vreemd genoeg geen enkel muziekstuk bevatte. Ik herinner me dat het redelijk slecht was maar dat we dat op last van de krant waarvoor we het stuk bijwoonden, niet mochten zeggen. Ook niet door te schrijven dat het "een wervelend familiespektakel" was en dat de hoofdredacteur wist dat dat codetaal was voor "net goed genoeg om je koters stil te houden". Nadien was er een receptie waar ook Eric Van Rompuy aanwezig was en een meisje van een jaar of 10 dat make-up droeg. Als je denkt dat je de dingen goed herinneren een zegen is, vertel me dan eens waarom ik dat nog weet en tot welk nut het strekt.

Hans Teeuwen kwam genadig snel en fluks het podium op gehuppeld. Ik was benieuwd wat het zou worden. De man heeft in mijn ogen een aantal fantastische sketches bedacht die kunnen wedijveren met het beste van Angelsaksische comedy, maar toch ook een aantal bedenkelijke dingen gebracht, vooral de laatste jaren. Maar, om gefrustreerde comedians op retour te parafraseren, "dat mag je niet zeggen" of je krijgt een hele trein krijgers der vrijemeningsuiting over je heen. Terwijl het daar niet om gaat. Je kan en mag zowat alles zeggen. Ik ben alleen niet verplicht om het grappig te vinden en mag er ook kritisch over nadenken.

Teeuwen was direct al in overdrive in zijn gekende, energieke en soms bombastische stijl. Hier en daar improviseerde hij wat, meestal negeerde hij de paar toeschouwers die iets riepen naar hem of gewoon rare geluiden zaten te maken (waarom trekt een comedian toch altijd dat soort parasieten aan?). Hij dolde met het publiek, en hun neiging om soms op automatische piloot te lachen met dingen omdat ze dat verwachtten. Het beste van alles was dat hij me al snel deed vergeten dat ik zo dicht zat bij een hele hoop vreemden. Mensen om me heen en ikzelf leken telkens om licht andere dingen te moeten lachen - ook een fijn teken. Alleen vroeg ik me af of sommige mensen bepaalde dingen wel grappig vonden om dezelfde redenen. Geen voorbeeld uit zijn show hier, maar als je een grap maakt over pakweg Marokkanen en vooral racisten zitten te lachen, dan is de grap wellicht niet zo geslaagd (tenzij je zelf een racist bent).

Naarmate Teeuwen zich steeds meer in het zweet werkte en zelfs fysiek van vorm leek te veranderen en fitter en dynamischer werd, was mijn zweet verdwenen en voelde ik enkel een zoemende dorst en een sluimerende vermoeidheid. Het was volop wat ik van der Hans verwacht had: soms waanzinnig geestig en clever, soms misplaatst en niet echt meer van deze tijd, soms volbloed absurd. Een omelet en zijn eieren, zeker. Hij had de zaal op zijn hand toen hij zijn gal uitbraakte over artsen-specialisten, die hij er gratuit van beschuldigde dat 75% onder hen de Holocaust ontkenden. Dat hij zei dat hij ermee kon leven als het een lager percentage was, was nog het grimmigste van alles, omdat ik me goed kon voorstellen dat een fiks pak mensen dat eigenlijk oprecht zou denken. 

Nadien, toen ik als één van de eersten de zaal verliet, wandelde een jong koppel voor me de trappen af. Het meisje zei dat ze teleurgesteld was en dat Hans vroeger een idool van haar was geweest, maar dat ze vond dat hij was blijven steken in zijn tijd. "Misschien," dacht ik, "ben jij het die veranderd is." En maar goed ook, zeker? Het zal ook wel een rol gespeeld hebben dat zij Aziatisch was en hij er Midden-Oosters uitzag. Ja, Teeuwen is zo één van die mensen die een gesprek over pakweg wit, mannelijk privilege eigenlijk niet goed kan velen omdat hij er (gedeeltelijk) blind voor is. Maar dat is het punt: zelfs als je iedereen in gelijke mate beledigt vanuit de idee dat we allemaal gelijk zijn, zit je nog altijd met dezelfde verhoudingen al voorheen. Natuurlijk ben je ten andere als comedian hoegenaamd niet verplicht om te strijden voor sociale veranderingen.

Terwijl ik m'n fiets terug losmaakte onder de lome laatavondzon en mensen met veel meer energie dan ikzelf ijsjes aten, iets dronken, telefoneerden en zich naar het stadscentrum begaven, waar weer Gents Gefeest werd, voelde ik me vreemd genoeg nog altijd zoals daarnet in de zaal: tegelijk nietig en tegelijk te groot. Nietig omdat al mijn gedachten er geen fluit toe deden, te groot door de kleine stoeltjes en die C130 vol van diezelfde gedachten die steeds laag over de grond mee met mij reist. Dat moest ik Teeuwen toch nageven - hij had me even helemaal niet doen nadenken, en met een trap onder mijn kont het vliegtuig uit geduwd. Of de parachute naar behoren had gewerkt, dat was weer een andere vraag.