Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 7 januari 2020

Ångström

Twee gevoelens die, als ze samen optreden, aanvoelen alsof je net in een centrifuge hebt gezeten waardoor al het vocht in je lichaam nu eens aan de ene, dan weer aan de andere kant heeft geplakt en als alles weer normaal begint te stromen, dat je kotsmisselijk achterblijft: dat is het vertrouwde mengsel van angst en gêne en niet weten welk van de twee erger is.

Schaamte is het tegengestelde van trots. Beiden zijn ze als spaken aan hetzelfde wiel: de trots aan de bovenkant, de schaamte aan de onderkant, verbonden met de naaf van je ego. Soms heb ik een bizarre bewondering voor mensen die geen schaamte kennen. Mensen die schaamteloos dag in, dag uit liegen en ervoor beloond worden. Mensen die schaamteloos agressief, onredelijk en ongemanierd zijn en daar prat op gaan. Of mensen die schaamteloos kunnen doen aan emotioneel exhibitionisme: ach wee, ach ik, hier zijn alle pillen die ik neem, hier lig ik ostentatief ziek te zijn, ziék zeg ik u.

Noem gêne het rattenkruid dat is achtergebleven door een nominaal katholieke opvoeding. Noem het zeker geen schuldgevoel. Schuld kan nobel zijn en aanzetten tot actie. Je wil iets goedmaken, je probeert te zoeken naar vergiffenis. Schaamte is eindeloos. Schaamte en schuld verhouden zich tot elkaar zoals angst tot schrik. Schrik is doodnormaal - opschrikken bij een harde knal, terugwijken voor een gevecht, je bedenken dat als je nu je mond opendoet, dat de gevolgen misschien niet te overzien zijn. Angst bekampen is even irrationeel als een wolk proberen wegblazen met je adem.

Dus ik probeer met alles wat ik geleerd heb uit alle ervaringen en uit alle teksten die ik heb gelezen, van 'De kunst van het oorlogvoeren' en de 'Dhammapada' tot de albums van Jommeke en de gitzwarte moppen van Gummbah, het hoofd te bieden aan de angst en aan de schaamte. En toch schaam ik me over die angst. Enerzijds omdat die al te vaak gestaag heeft zitten wegvreten aan wat een al bij al vrij normaal zelfvertrouwen zou moeten zijn, anderzijds omdat het zo hopeloos banaal is allemaal. Heb ik niet immers werk? En vrienden, familie die om me geeft, en het vermogen om kennis op te nemen?

Maar wat als dat het punt niet was en dat de hele mensheid verkeerd in elkaar zit? Dat we hier in het noordzeeputteke van Europa ziek zijn van onze eigen puttekeslucht maar het niet beseffen omdat we er in geboren zijn? Ik wil mezelf niet hooggevoelig noemen omdat die term vaak geclaimd wordt door aanstellers die pronken met hun eigen onmogelijkheid. Ik wil mezelf niet hoogbegaafd noemen omdat, wel, omdat ik het eigenlijk gewoon niet ben. Ik ben de edge computing van de emotie, overal in elke emotie deels aanwezig maar nergens centraal genoeg om te kunnen zeggen dat dàt, ja dàt nu mijn probleem is. Soms zou een label verrekte handig zijn.

Ik geloof niet dat ik alleen ben. Er zijn volgens mij talloze mensen die zich elke dag de darmen uit hun achterste lopen om alles klaar te krijgen op het werk en op het einde willen gaan slapen met het idee dat alle rekeningen betaald zijn en dat de kookplaten schoongemaakt zijn, maar dat het hen net niet allemaal lukt en dat de tijd tussen de kieren, gaten en spleten van de tuchtig gevulde dag enkel dienen om niet gewoon in te storten en het eerste het beste vliegtuig te nemen naar Kaapstad of Havana.

En is het niet zo dat alles wat inspeelt op angst en schaamte, ontworpen is om ons kleiner te maken? Opnieuw heb ik het niet over schrik en schuld. Dat je je buurman de kop niet inslaat met zijn eigen lelijke tuinkabouter omdat je schrik hebt dat je in de cel gaat belanden is prima (al is het beter dat je het niet doet omdat je een empathisch mens bent). Dat je je schuldig voelt over dat vliegtuig nemen naar Havana is goed omdat het je doet nadenken over je eigen positie in een steeds instabieler klimaat.

Nee, schaamte is wat je hoort te voelen als je fysiek geen Griekse god bent, of als je het wel bent, dat je een oppervlakkige debiel bent die alleen mag dienen als gyros voor het volk in één of ander 'Temptation Island'-reservaat. Een lepeltje schaamte als je niet genoeg overuren presteert maar ook een pilletje schaamte als je graag opgaat in je werk en je je tijdens je vakanties alleen voelt. Je moet je schamen om wie je bent, wat je wordt en wat je nooit zal worden maar misschien had kunnen worden in een ideaal universum. En nog zou het niet genoeg zijn.

Die constellatie aan schaamte (vaak zichtbaar tussen de Depressieve Beer, de Burn-Outdrager en het Extreemrechts Varken) is de blaasbalg die je angst aanwakkert. De angst om alles toch verkeerd te doen ondanks je beste bedoelingen. Het idee dat ergens postvat dat je fundamenteel alleen bent met je twijfels, je mislukte dromen en je vurige verlangen naar iets dat beter is dan dit. Maar ik probeer mijn rug te rechten.

Misschien zijn het windmolens die ik chargeer en zijn mijn larmoyante oprispingen inderdaad enkel tranen in regen. Maar als het verkeerd is om elke dag een klein beetje te proberen om op te komen voor een authentiekere wereld waar de farizeeërs op hun eigen Molokai elkaar de duvel aan moeten doen in plaats van dat zij de wereld beheersen, dan wil ik het niet eens bij het rechte eind hebben.