Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 27 juli 2023

Keizerlijk fucked

Ongeveer één keer per maand zak ik af naar Brussel. Wie mijn werk wat kent en volgt, weet dat ik van onze hoofdstad hou. Ja, het is er vaak chaotisch, verre van perfect, de 19 baronieën zijn een dwaas anachronisme en ik weet ook dat ik als man makkelijk spreken heb, maar het is ook het dichtste dat België heeft bij een ware kosmopolis. Een stad die letterlijk op het kruispunt ligt van de recente 300 jaar Europese geschiedenis, en een bevolking die meer aanvoelt als die van een pirateneiland waar eigenlijk iederéén een vreemdeling is en daardoor toch iets kan delen.

Vandaag bezoek ik twee goede vriendinnen in de stad. De eerste, Natasja, werkt bij een niet nader gedefinieerd Vlaams-Nederlands cultuurhuis, zo één van die enclaves-binnen-het-eiland waar Nederlands de vanzelfsprekende voertaal is en literatuur de even vanzelfsprekende achtergrond. De tweede, Callista, is een Engels-Belgische die, waren haar ouders ten tijde van haar geboorte officieel getrouwd geweest, nu een adellijke titel zou hebben en een rechtstreekse afstammelinge is van Lord William Bligh, de hardvochtige kapitein van de HMS Bounty. Precies door zijn hardvochtigheid veroorzaakte Lord Bligh muiterij aan boord van zijn schip tijdens een expeditie in de Stille Oceaan, en ontstond zo Pitcairn Island. Pitcairn, als mensen buiten het Verenigd Koninkrijk er al van gehoord hebben, is nu helaas bekend van inteelt-, incest- en pedo-schandalen. 

Op de trein naar Brussel is het geriefelijk toeven in een coupé die duidelijk ooit een eerste-klassecoupé was van een oude trein, maar nu gedegradeerd is tot tweede klasse. Buiten een bijzonder irritante West-Vlaamse man die kennelijk het concept niet kent van een stemvolume waarbij je niet hoeft te roepen over je patattenvelden, is het er aangenaam. Ik lees in de Knack een interview met éminence grise Paul De Grauwe, zowat het intellectuele boegbeeld van links-liberalisme in Vlaanderen. Ik volg publicaties als Knack, Humo en De Tijd met interesse. Al zijn ze allemaal wat te rechts naar mijn normen - volgens algemene standaarden gelden ze respectievelijk als centristisch, centrum-links en centrum-rechts - het zijn niettemin publicaties met vrij hoge journalistieke standaarden. En God weet dat oprechte journalisten bijna een opgejaagde diersoort zijn geworden. Ondanks alle striemende aanvallen van politieke extremen ben ik er van overtuigd dat de meeste journalisten echt proberen om kritisch en objectief nieuws te brengen.

Maar ook die mensen kunnen moeilijk ontsnappen aan het systeem waarin ze opgegroeid en ingebed zijn. Paul De Grauwe raakt goede punten aan. Hoe het beleid van de federale regering België beter beschermde tegen de schokken van de hebzucht van de grote energiebedrijven, en hoe ons coronabeleid al met al goed doordacht was. Maar hij lijkt de olifant in de kamer niet te zien. Elon Musk is nog altijd een multi-miljardair, terwijl met elke beslissing die hij neemt over Twitter/X duidelijker wordt dat hij een zielige lul is en een extreme belichaming van het Peter-principe, waar je gepromoveerd wordt tot je incompetent wordt. En, niet dat Paul De Grauwe dat moet zeggen, maar - hoe dit allemaal méér is dan miljonairs en miljardairs die politici beïnvloeden (en allengs omgekeerd). Het is geen fout in ons politiek-economisch systeem. Het is een wezenskenmerk.

Natasja zit alleen op kantoor. We halen onze lunch op bij een hippe food hall, waar ik bijna onmiddellijk een paniekaanval krijg door de enorme drukte en het lawaai. Hier zijn vooral toeristen en expats, en de term "expat" is eignelijk een woord voor een rijke migrant. De zwarte, arme moeder en dochter die knuffelend stierven van honger en dorst in de Libische woestijn vandaag zullen enkel als "migrant" bestempeld worden. Europese xenofoben zijn naast racistisch ook gewoon oliedom. Wie gaat mémé en pépé verzorgen in 2040? Wie gaat de huizen en luxecondo's van CEO's schoonmaken? En dat met een populatie van 80-plussers die tegen 2040 bijna een kwart vormt van de bevolking?

Natasja en ik eten onze fish & chips van de eethal op aan een verhoogde tafel. We praten over hoe zo veel relaties in onze omgeving de laatste 3 maanden geëindigd zijn. Is het door de klimaatverandering? Is het de ultieme nasleep van corona? We weten het niet. 

Callista komt even later binnengewaaid, en dat mag je redelijk letterlijk nemen. Op goede dagen lijkt ze weggestapt uit een sprookje, als één of ander frêle boselfje dat haar eigen kleren gemaakt heeft en liever op een tak in een hoge boom zou zitten zingen in plaats van te moeten leven in een moderne grootstad. Ik denk niet dat ze lijkt op Lord William Bligh. Als straatratjes gaan we naar beneden goedkope drank kopen in een lokale superette en zetten ons dan op een bankje in de buurt, die nog niet zo héél lang autovrij is gemaakt. De zon schijnt, maar niet te hard, en de wind waait, maar ook niet te hard. We hebben het over goede en slechte relaties, slechte seks, het verglijden van de jaren en de verschillen tussen opgroeien in een punkmilieu (niet ik) en een milieu van mensen die ambieerden tot de petite bourgeousie te behoren of er toe behoorden (ik). 

Brussel is ook mensenkijken. Er zijn opvallend veel toeristen in de wijk, en wel van overal. Ik zie Zuid-Oost Aziaten, Britten, Zuid-Amerikanen. Veel dames en meisjes zijn zomers gekleed, en daar word ik altijd vrolijker van. Callista zit opgerold in een bundel onder haar jas en rokken, en ik leg uit dat als ik mijn Adidas-broek aanheb, dat ik op m'n hurken kan zitten als een volleerde gopnik uit Rusland. We wandelen samen op goed geluk terug naar Brussel-Centraal, we kennen de weg ongeveer (omhoog tot je het gebouw vanuit de verte al kan zien). De kleine resto's, cafés en boetieks zijn open en mensen zitten buiten. Waar heb ik over te klagen als intussen Sicilië in brand staat, Spanje een buitenpost van de Sahara aan het worden is en zelfs bij mijn broer in het anders ongenaakbare Zwitserland bossen in brand staan? Komt nog bij dat ik las dat de Atlantische Golfstroom mogelijk al weg kan vallen tegen 2025. Tegen dan zijn we goed en stevig, zelfs keizerlijk fucked. Dan zullen wellicht alle relaties eindigen en zal ik een goed lief hebben plus een boekdeal. Misschien voeg ik het toe aan mijn profieltekst op Bumble. 

zaterdag 22 juli 2023

Rustdag

Ik ben een ongeveer een week diep in mijn verlof en ik zal maar eerlijk zijn, ik heb er nog niet echt van genoten. In mijn omgeving brandt het en al mag je anekdotes niet zien als data, ik ben geen wetenschapper dus rot maar even lekker op met die wijsneuzerij: de voorbije maand zijn in mijn bredere vrienden- en kennissenkring 6 relaties geëindigd. Ook de wereld brandt, al merken we er in ons regenputlandje voorlopig niet veel van. Eén wetenschapper (daar zijn ze weer) schreef omineus op Twitter dat we moeten stoppen met dit zien als "de warmste zomer ooit" maar "de koelste zomer van de komende 50 jaar" om ons te doordringen van hoe ernstig dit allemaal is. Zou de klimaatverandering ook invloed kunnen hebben op relaties? Het weer heeft zeker invloed op ons gedrag.

Eergisteren en gisteren was ik in kleine stukjes natuur in en rond Gent. Telkens met een goede vriend, telkens serieuze gesprekken, telkens mentaal welzijn dat centraal staat. Het gevoel soms alleen op de wereld te zijn. De ene vriend haalt het verhaal aan dat, voor we elkaar hadden leren kennen, allebei op de opening van de bibliotheek op de Waalse Krook waren en allebei tegen het plafond van de immense trappenkoker een zwarte ballon hadden zien hangen die niemand anders leek opgemerkt te hebben. De andere vriend en ik begrijpen niet hoe voor veel mensen kunnen pronken met have en goed een centraal deel is van hun persoonlijkheid. Dergelijke lui zouden allicht neerkijken op ons, maar wij zijn nooit onder de indruk geweest van zulke mensen. Ik heb over de jaren gebouwd aan een eilandketen vol mensen die "anders" zijn (niet: beter), en velen onder hen hebben het kwader dan tijdens de coronapandemie of de graaipandemie van de energiereuzen. Daardoor kom ik zelf ook maar moeilijk tot rust.

Ik fiets naar de supermarkt, en het is kennelijk ook Suffe Oudemensendag. Supermarkten zijn plekken waar ik liefst zo kort mogelijk ben, maar pépé en mémé hebben besloten daar veelvuldige stokjes voor te steken. Eerst is er een bejaarde die al even hard kraakt als zijn eigen fietswrak waar hij op rijdt waar ik maar niet voorbij kan. Dan een oud vrouwtje dat staat te drentelen middenin het gangpad met aan biede handen een netzak. Aan de zelfscankassa is het dubbel prijs: een oud echtpaar dat al hun boodschappen à la Colruyt laat inscannen door een winkelbediende terwijl ze dat zelf horen te doen, en natuurlijk is het een hele kar vol, natuurlijk zijn ze nog iets vergeten, natuurlijk weten ze niet hoe het systeem werkt, en uiteraard moet meneer zijn portefueille binnenstebuiten keren om zijn bankkaart te zoeken. "Ah ja en ik had nog sigaretjes gewild ook." Ze lijken me nochtans niet dement of kreupel. Is dit een geval van de beruchte "gewapende incompetentie"?

Misschien is het simpelweg mijn eigen verhitte ongeduld, denk ik als ik terug op de fiets zit naar huis. Als kind kon ik ontzettend nerveus worden van ongeduldige volwassenen die leken te vinden dat ik maar hun gedachten moest kunnen lezen, en nu ben ik misschien zelf zo'n volwassene geworden. Hoewel: ik ben bijna zonder uitzondering lief tegen kinderen, net omdat ik me herinner wat het is om kind te zijn. Ik knal m'n remmen dicht voor - je raadt het al - een oud mannetje dat de straat oversteekt zonder te kijken. Hij kijkt niet eens op. Misschien erger ik me ook zo snel aan de derde leeftijd omdat ik in m'n leven weinig fijne voorbeelden heb gekend van die generatie, met uitzondering van één van mijn grootmoeders, maar die is intussen al bijna 15 jaar dood. Zij was ook niet behept met een groot geduld, dus het kan een familietrekje zijn.

Terug thuis swipe ik wat door Bumble. Eén van mijn bosvrienden kijkt er erg tegenop om binnen afzienbare tijd gebruik te moeten maken van zo'n app. Hij heeft gelijk. Voor mensen die al lang hun eigen nestje hebben gebouwd lijkt het soms een spannend avontuur, die dating-apps, maar dat is het allesbehalve. Onlangs nog zag ik een mini-documentaire die bevestigde wat ik al lang intuïtief aanvoelde: voor heteromannen kan het, los van hun eigen vulgaire wangedrag, een zelfvertrouwen-ondermijnende ervaring zijn. Volgens diezelfde docu gaan driekwart van de likes naar maar 15% van de mannen en heeft de gemiddelde man nooit een match. Ik mag niet klagen, dan. Ik zal wel niet in die top 15% zitten, maar 8 maand daten heeft nog niet het verhoopte resultaat opgeleverd. Relationeel is mijn leven al veel langer een steppe, maar op dagen als vandaag vind ik dat niet zo erg, want als er iets is wat een steppe wel heeft in overvloed, is het rust.