Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

woensdag 14 februari 2024

De hoerenbond

Na het middageten maak ik nog een korte wandeling door de buurt waar ik werk. Mijn werk is vlak naast een beroemd (berucht) rendez-voushotel. Dat klinkt spannender dan het is. Op de iets meer dan twee jaar dat ik naast de deur werk heb ik vooral relatief dure auto's op en af de parking zien rijden, en een enkele keer wat naakt in een achteloos openstaand venster. Eén keer een halfblote man die me razend aankeek vanaf de overkant, een andere keer iemand waarvan ik dacht dat die wilde dat ik keek. Het hotel wordt uiteraard vaak bezocht door sekswerkers. Als die een vakbond hadden, zou dat dan de hoerenbond zijn?

Waarschijnlijk zouden ze niet zulk een vulgaire naam kiezen, maar het zou op een bepaalde manier sympathiek klinken, met een zwaar gemaquilleerde knipoog naar de Boerenbond. Ik had een leraar in het middelbaar die zich ooit met minachting liet ontvallen: "De Boerenbond, dat is een maffia". Dat was toen het Vlaanderen van de diepe jaren '90, toen de CVP nog eventjes almachtig was en de Boerenbond in het kielzog van de christelijke zuil een instantie die mee die macht van de christendemocraten ondersteunde én uitdroeg. Of die leraar gelijk had weet ik niet, daarvoor heb ik nooit heel diep gedolven in de geschiedenis van boerenbewegingen.

Ik sla het Vina Bovy-park in, kennelijk genoemd naar een operazangeres. Als je er voorbij wandelt, zou je denken dat het een oprit is. Maar de straat leidt achter wat koterijen effectief naar iets dat je met wat goede wil een park zou kunnen noemen waarin flats staan voor bejaarden. Auto's mogen er niet zomaar in, maar voetgangers zijn welkom, zolang ze doorwandelen. Anders belt een schuw spiedende bejaarde vanaf zijn of haar balkon vast snel de politie. Ik ben zelf gewoon blij dat ik in vrede kan roken en het lawaai niet meer kan horen van achter onze parking, waar weer een eind afgeklopt en afgezaagd en afgeboord wordt voor God weet welke werken aan God weet welke andere nieuwe koterij. Welch ein Klopfen, welch ein hämmern!

Ik denk terug aan de Boerenbond. Over die boerenprotesten heb ik geen uniforme mening, net zoals de boeren zelf geen uniforme mening lijken te hebben. Opvallend, en dat viel me ook al op bij de boerenprotesten in Nederland, is met hoe veel sympathie de media en politiek de boeren behandelen. Het had eens de spoorvakbond geweest moeten zijn die grensovergangen afsloot of voor dagen (!) verkeersoverlast zorgde aan de haven van Zeebrugge. Of milieu-activisten, die blijkbaar aan de luchthaven van Deurne simpelweg in elkaar mogen geklopt en gearresteerd worden door de politie. Of stel je voor dat het ging over "jongeren uit Brussel" (= Franstalig, met Maghrebijnse roots) - er had vast één of andere schril-rechtse rattenkop al gezegd dat "het leger" maar moest gestuurd worden.

Is het zo simpel? Is het makkelijker voor media en politici om de boeren zacht aan te pakken omdat dit toch "onze mensen" zijn en dat ze veelal Jan, Roel en Peter heten, of dat de boerenstiel nog altijd nauwer aansluit bij het wat kitscherige rechtse beeld van plattelandsromantiek? Ik weet het niet, de beweegredenen zullen even veelvormig zijn als die van de boeren zelf, waar er toch ook een pak tussen zitten die vooral doorslaand neoliberalisme veroordelen, schouder aan schouder met grootboeren die gewoon nog meer winst willen maken, naast de reactionairen die liefst van al Natuurpunt zouden bestormen als was het het Vlaamse Capitool. Of is de Boerenbond werkelijk zo machtig als "een maffia" dat ze nog altijd de publieke beeldvorming grondig kan beïnvloeden?

Ik kom niemand tegen op straat en wandel de bocht uit, waar een hele nieuwe campus ligt van de HoGent, die wat onwennig oogt, alsof hij niet zeker is dat hij hier mag staan op dit perceel, dat vroeger een stuk brolland was geweest in de oksel van een semi-autostrade. Of was het ooit de landbouwgrond van een keuterboer, dat de boer node moest verkopen aan een arrogante projectontwikkelaar? Mijn voorouders langs moederszijde waren boeren, maar volgens moeder geen keuterboeren. Ze bezaten het land waar ze op werkten. In die familie herinner ik me dat er altijd haat te over was voor milieu-activisten en groenen, die ze de schuld gaven van de eerste milieuwetten, zodat boeren niet meer ongebreideld stront in lokale beken konden pompen of van koeien bodybuilders maken van twee ton. Niettegenstaande hun misplaatste haat (de groenen kwamen pas voor het eerst in eender welke regering in België mee aan de macht in 1999), was er ook altijd die moedeloosheid: "wat moeten we anders doen als we nog willen concurreren?" 

Als ik terug op het voetpad ben richting werk, zie ik uit de coulissen/parking van het rendez-voushotel een vrouw komen met netkousen en een behoorlijk korte rok. Toevallige passant of sekswerker? Wie maalt erom. Sekswerk is, zoals de boutade luidt, op het einde van de dag werk, en wie werkt, die verdient bescherming tegen uitbuiting, ongevallen, verziekte werksfeer en giftige e-mailtjes van klanten na 18u. Het is eveneens geen nieuwe gedachte dat al wie werkt, een soort hoer is, alleen verkoop ik naast mijn tijd mijn intellectuele vermogens in plaats van dat ik met andermans genitaliën speel. Misschien zouden alle vakbonden zich "de Hoerenbond" moeten noemen. Blozende ministers die het woord nauwelijks durven uitspreken, nieuwsankers die zich ernstig moeten houden. Kwade conservatieven. Ja, er zit brood in. Wat mij betreft richten we die Hoerenbond beter vandaag op dan morgen.