Ik wenste dat ik niet zo veel voelde. Mijn hoofd gaat in en uit focus op het werk en ik ben misselijk. Ik sta op de rand van een hoge klif waar ik voortdurend over dreig te struikelen, het zwarte water in. Gisterenavond is het doek definitief gevallen over twee erg intense maanden met een persoon waar ik de hoop van had gekoesterd dat er iets duurzaams kon uit groeien - al van in het begin was het een riskante propositie, maar er bestaan ook bomen die tegen alle verwachtingen in kunnen groeien uit de kleinste barsten in beton en toch groot en sterk worden. Emotioneel exhibitionisme vind ik pathetisch en getuigen van weinig smaak, dus veel meer details over de persoon wil ik niet aan de publieke bühne toevertrouwen. Ik ga Nea nooit vergeten maar ik zal hen meer dan waarschijnlijk ook nooit meer zien.
Als ik naar buiten ga om te roken, gaat m'n zonnebril mee. Voor het eerst in een week moet ik weer nu en dan huilen. Ik wil het niet maar ik kan het niet tegenhouden.
Je kan je geen weg redeneren uit een gebroken hart en dat vind ik ontzettend frustrerend. Een afwijzing is geen discussie, geen kwestie van gelijk of geen kwestie van feiten en fictie: de afwijzing zelf IS het feit. Nea zei in essentie dat onze temperamenten te verschillend zijn. Aan de oppervlakte zou je nochtans zeggen van niet, want allebei ADHD-bijen met een biljoen interesses en een zin voor diepgang tot aan de aardkern. Maar ik denk dat ik hen eigenlijk al een beetje aan het uitputten was tegen dat we elkaar voor het eerst in levende lijve zagen. We zeiden zelfs tegen elkaar dat die enorme intensiteit van de eerste weken dat we contact hielden, op termijn nooit houdbaar zou zijn geweest en ons zou opgebrand hebben. Maar kennelijk beseften we toen nog niet dat het eigenlijk al te laat was. Of beter: het was te laat voor hen.
Misschien verklaart dat die curieuze holte die ik was beginnen voelen ongeveer twee weken voor we elkaar zouden zien. Alsof er iets uit de foto weggeknipt was. Ik weet het toen en ook op het moment dat die me een eerste keer afwees bij m'n bezoek aan het feit dat ik verliefd was en die niet. Maar misschien was het wat anders en misschien maakt het ook helemaal geen bal uit voor de gevoelens die de Grand Prix van Monaco door m'n lichaam en hoofd racen, rondje na rondje na rondje na rondje, zinloos, ziedend, onnozel.
En dan denk ik: "maar hoe kan ik nu te intens zijn als jij dat ook was?" Ik herinner me een dag waarop ik uit het niets meer dan 10 berichten had gekregen op diverse tijdstippen doorheen de dag. Of dat die een volledige playlist naar me gooide. Of nog volop voice notes zat te sturen om 4 uur 's ochtends. Ik zou m'n eigen intensiteit nooit zo opgeschaald hebben als Nea niet eerst begonnen was, want het was Nea die eerst suggereerde om op een app verder te praten, het was Nea die me eerst foto's stuurde, het was Nea die eerst voice notes stuurde en het was Nea die voor het eerst in mijn bijzijn huilde.
Maar ik geef toe dat er ook een ander aspect was aan Nea dat ik soms voelde als licht dat nu en dan flinterdun geschild van tussen dicht vergroeide boomkruinen kan komen. Nea was soms koel als een steen. Niet hard of ongevoelig, maar koel zoals veel mensen koel kunnen zijn. Ik denk dat ik dat niet wilde zien of beleven en bleef intussen zelf branden met de intensiteit van Betelgeuse zelf. Die had het vuur in me aangestoken en het ging. Gewoon. Niet. Meer. Uit. In m'n dagelijkse leven heb ik na meer dan vier decennia geleerd om dat te maskeren en te doseren. In m'n dichtste vriendschappen vertoont dat masker vaak barsten en m'n broers herinneren het zich maar al te goed: Matthias vroeg me ooit waarom ik altijd zo "relentless" was. En in liefde kan ik het simpelweg niet. Omdat het ook één van de meest intense emoties is die ik voel.
Wat ik me ook herinner is dat mijn relatie met Inna, nu 14 jaar geleden, in wezen opbrandde op een gelijkaardige manier, maar dan omgekeerd. Ik had haar toen al gevraagd niet meer alle kanalen te gebruiken voor ons contact (sms, Messenger, e-mail), maar na een tijdje gebeurde het toch weer opnieuw en hadden we allebei de onhebbelijke gewoonte snel op elkaars berichten te reageren, waardoor we op de duur weer aan tientallen berichten per dag kwamen maar geen ademruimte hadden om nog iets op te bouwen waar we effectief wat over te vertellen hadden.
Zo ging het niet bij Nea en we waren ook al niet samen. Ik dacht zelfs dat ik goed aan het doseren was. En luister, ik weet dat ik veel kan zijn, zeker voor mensen die een ontzettend groot verlangen in me weten aan te wakkeren. Het ging hier niet over zoiets banaals als berichtfrequenties, maar wellicht ook de volledige man die ik ben. Die man die ontzettend veel dingen voelt, de hele tijd, op elk moment, zelfs in de diepste droomtoestand. Soms verwonderen mensen er zich over hoe ik dat eigenlijk klaarspeel, gemiddeld op minder dan zes uur slaap een volledige werkdag afwerken, lezen, schrijven, nadenken, tijd maken voor vrienden en familie en er toch niet uitzien als een onverzorgde, half-verwilderde zonderling. Nea liet het ook eens vallen: "hoe ben jij zo productief?". Ik schampte dat ik gewoon niet veel beters te doen had maar eigenlijk is het gewoon een vloek.
Even later tank ik koffie en zit ik bij HR. Ik ben de vriendelijke werknemer met productieve ideeën. Het masker zit goed vast, het past bij me. Het is ook niet zo moeilijk - ik wil namelijk niet echt iets van deze dame, buiten hoe ik min of meer kan invullen wat die van me verwacht op het werk zodat m'n job niet in gevaar komt. Voor sommige mensen is dat vast al hachelijk genoeg en zoals Sia ooit zong hebben sommige mensen inderdaad echte problemen. Wat sneu voor me, al die gevoelens, die gevoeltjes, de dichter met hartzeer, de idioot die zich met wijdopen ogen te pletter smeet tegen een koele steen en zichzelf had wijsgemaakt dat het een verkwikkend bad zou worden. Als er al iemand is die me mag uitlachen, ben ik het zelf wel.
En Nea, ach Nea, wees me af op de meest vriendelijke, lieve en menselijke manier. Ik deed niks verkeerd, ik mag niet vergeten dat ik ook liefde verdien maar we gaan zelfs de platonische meubelen hier niet kunnen redden. Op het moment dat ik die woorden las was ik geraakt maar vooral door hoe hun laatste communicatie zo netjes was, zo genuanceerd en met zo veel mededogen geschreven. Ik denk niet dat ik ooit al op een liefdevollere manier ben afgewezen. Maar dat is natuurlijk ook wel wat als de meest humanitaire executie ter wereld. En dat voelde ik deze ochtend, het spinrag weggeblazen van hun woorden in de nacht. Tegen hen had ik de nacht zelf nog gezegd wat ik te zeggen had, hun bedankt voor een ongelooflijk mooie, intense periode van kennismaking, en geen spijt van het op z'n minst te hebben geprobeerd. Met iemand die heel, heel eventjes in m'n leven de mooiste persoon op Aarde was voor me. Ik wenste gewoon dat ik niet zo veel hoefde te voelen.