Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 31 augustus 2009

De sprinkhaan ligt zwaar

Het schijnt dat Europeanen een stuk honkvaster zijn dan Amerikanen, die er geen bezwaar in zouden zien honderden, zelfs duizenden kilometers te verhuizen voor een job, waardoor families zich als eenzame, verbrokkelde atollen uitstrekken over het hele land. In België is honderd kilometer verder gaan wonen al een hele daad. Mijn eerste levensjaar als kruipende en kwijlende baby niet te na gesproken, heb ook ik steeds in een straal van twintig kilometer rond dezelfde stad gewoond. Niet dat dat betekende dat ik nooit van onder de kerktoren ben uit gekomen, maar het betekent alleszins dat ik me steeds met enige terughoudendheid geworteld voelde in de streek met de kasseibanen, moerassen, landwegen en wisselende decors van lintbebouwing en scheefgemetste stallen. Nu is een deel van die grond weg.

Het huis waarin ik woonde tot ik een jaar of zeven was, wordt momenteel gesloopt. Al wist ik wel dat het vanbinnen intussen onherroepelijk veranderd was, gaf het toch een vaag vertrouwd gevoel om er voorbij te rijden, alsof het een grafsteen was van een oud familielid dat ik even had mogen kennen. In dat huis beleefde ik mijn eerste kwajongensstreken, toerde ik rond met kleine autootjes, probeerde ik gordijnen in brand te steken en besloot ik ook niet meer in God te geloven omdat ik er schrik van had. Die plek is nu weggeveegd. Het andere huis, waar ik meer dan tien jaar gewoond heb en steeds terugkwam om mijn ouder wordende ouders en broers te bezoeken, is nu verkocht en volop in ombouw. Het is wennen om mijn ouders plots te zien rondwaren in een kleiner appartement, met een aantal vertrouwde maar vreemd geplaatste meubels, en de kat die gedesoriënteerd en aanhankelijk als een peuter tussen hen in slaapt.

Er zijn nog foto's en er zijn tal van herinneringen, maar dat zijn maar surrogaten die de werkelijkheid niet kunnen verbloemen - alles is voortdurend in verandering, en meestal ongemerkt. Dat besef vervult me met een stille, stugge melancholie die steeds op de achtergrond aanwezig is, zoals pakken wolken in de verte op een goed geschilderde nazomerdag. Er zijn steeds deuren die zich sluiten en andere poorten die opengaan, en het blijkt er op aan te komen in momenten te leven in plaats van in het verleden of een onpeilbare toekomst.

En ook, wat is dat tenslotte, een verleden? Een verzameling aan misvormde anekdotes met vele zwarte gaten, een interpretatie van een interpretatie en een schetsmatig gevoel dat zich niet laat buigen volgens wetten van taal of poëzie. Maar dat is niet erg. Het is een zaak vol ruwe schoonheid, en hoeft ook niets meer te zijn. Omdat de moderne Europese mens zo ontworteld is, zitten de grondvesten des te meer diep verankerd in het eigen innerlijk, waar stemmen uit het heden en het verleden voortdurend met elkaar dialogeren over later. Het later van toen, toe ik nog garagist wilde worden of architect, en het later van even later, toen ik dacht dat ik politicus moest worden, of het later van nu, waarin mijn ouders gepensioneerd zijn en ik ergens verblijf op een nieuw huisnummer met nieuwe geuren en nieuwe mensen die zich nog niet kenbaar gemaakt hebben.

In het moment zijn is minder eenvoudig dan het lijkt, want het vergt aandacht. Er is niet veel voor nodig om alles om ons heen te zien veranderen en vaak ook te zien verslechteren. Om de schoonheid te appreciëren van het voorbijgaande, is er echter een voortdurende concentratie nodig, een middelpunt dat precies een middelpunt is omdat het er geen is, een manier van moeiteloze moeite. Of het is een hoop opeengebouwde sloopwoorden die nooit kan uitdrukken wat ik bedoel. Maar dat het mooi is, daar wil ik niet aan twijfelen.

1 opmerking:

  1. Tss waar is de tijd dat we door je kamerraam 's nachts naar de sterren zaten te kijken, en jij steevast over UFO's en onbereikbare kalverliefdes begon ;-).

    BeantwoordenVerwijderen