Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de afdeling columns en microstories daarvan. In 2017 bracht ik 'In de vorm van een vogel' uit, een bundeling van de beste 99 teksten van dit genre tot op dat punt, netjes geredigeerd en per seizoen geordend. Je kan die antologie gratis downloaden als je Patron wordt. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.

maandag 26 mei 2025

Twijfel bij de vis

Ik eet zeetong in een restaurant in Oostende. Vorig jaar zat ik hier ook, met zicht op het imposante stationsgebouw van de badstad, op een boogscheut van de zeedijk. In 2024 gingen we nadien ijsjes eten op die zeedijk en was het relatief goed weer. Vandaag waait het hard en is de hemel grijs, maar tegelijk is er een stadsfestival gaande. Als piraten verklede trommelaars wandelen lustig trommelend door de menigte. Het lijkt zo onschuldig in een wereld die intussen een asbak geworden is van zwarte schuldvlekken. Onschuld is altijd retroactief. M'n 9-jarige zelf vond mijn 8-jarige zelf vast onschuldig, als hij de betekenis van dat woord had gekend, m'n 13-jarige zelf zou dat ook gevonden hebben van m'n 12-jarige zelf, m'n 21-jarige van m'n 19-jarige zelf en zo voort en zo verder. Die psychogeologische schuldtijdperiodes zijn min of meer opgehouden met bestaan na 2016, het jaar dat ik christelijk 33 werd, hoewel ik op dat moment eigenlijk al 17 jaar boeddhist was (en een slechte boeddhist, moet ik toegeven).

Niettemin is er ondanks alle littekens, spijtige daden en gedachten altijd één vorm van onschuld overeind gebleven: telkens als ik iemand nieuw ontmoet, of telkens als ik interageer met vrienden en geliefden, geef ik hen royaal het voordeel van de twijfel. Misschien is die zichzelf krabbende verstoteling met korstige ogen en een lijfgeur die me om een sigaretje vraagt gewoon een verloren ziel die zich uit zijn eigen dal aan het klauwen is. Misschien is de bitsige klant die voor me zit iemand die een slechte dag heeft gehad en stoom moet afblazen. Misschien is de date die geen heruitgave wil van onze eerste, tweede of derde ontmoeting mentaal te overbelast (kinderen, werk, ex'en, depressie). Misschien is die vriend(in) die ik met steeds langer wordende tussenpozen kan zien gewoon te bezig met zijn of haar eigen drama's en plannen en betekent het niet dat hij of zij me kaltstellt.

Al het bovenstaande is misschien waar, en is misschien ook een sloterdijks schild dat een fictie hooghoudt om mijn fragiele psychische immuniteit te beschermen. De waarheid zal ik wellicht nooit weten. Maar m'n onschuld, als dat al iets is buiten een sociaal construct, doet er al lang niet meer toe. Ik ken mezelf perfect als zowel Jedi als Sith, en dat brengt enig comfort enkele dagen voor ik 42 word, iets wat ik zelf bijna niet kan geloven, want ik voel me nog steeds die opnieuw jesuïtische 33 als ik in de spiegel kijk. Het helpt dat ik niet grijs ben. Mijn conditie is wel volledig gekelderd. Voor ik aangereden werd op 20 februari dit jaar was die al niet fantastisch, maar de kinesitherapiesessies wrijven er me met m'n neus in als een hond in zijn eigen poep om hem tot schaamte te bewegen. Aan tafel zitten in een restaurant kan ik gelukkig wel nog, en intussen kan ik al bijna een maand de straat op zonder brace of korset.

Ik wil dat hele ongeval niet nog eens relitigeren en al zeker niet zo dicht bij mijn verjaardag, maar ik kan het wel als opstapje gebruiken om iets te zeggen over wie in toenemende mate niet kan genieten van het voordeel van de twijfel: instituten. Sinds het ongeval ben ik in contact met 4 (!) verzekeringsmaatschappijen, het ziekenhuis, twee verzekeringsartsen, mijn werkgever, de politie, de fietsleasemaatschappij en nu is er ook De Lijn bij gekomen, die me in duplicaat een brief hebben opgestuurd waarin ze €444 euro van me eisen omdat ik het tramverkeer heb opgehouden door aangereden te worden en drie breuken op te lopen. Begrijp me niet verkeerd, een ongeval is complexe materie en in min of meerdere mate lijken de meeste mensen in die instituten hun best te doen, maar net zo vaak word ik van de ene in de andere kafkaëske mallemolen gestort dat ik me al vaak heb afgevraagd wat er met me zou gebeurd zijn indien ik geen sterk netwerk had, laaggeletterd was, Nederlands niet als eerste taal had of simpelweg vergeetachtig was.

Onthou ook dat onze administratieve systemen in principe ontworpen zijn voor gepriviligieerde mensen zoals ik (net zoals brasserieën en restaurants zonder Michelin-sterren, trouwens): de witte, nette belastingbetaler, in orde met z'n bijdragen voor de verzekering, onder een vast werkcontract. En zelfs voor mij zijn ze een alles vermorzelende pletwals van papieren, afspraken, kille correspondenties in advocatenjargon en de ene na de andere eis die impliciet of expliciet het dreigement “of anders...!” met zich meedraagt. Reken daarbij dat mijn contract bij m'n huidige werkgever op 8 juli afloopt. Ik zie er nu al tegenop naar de RVA te trekken en daar net als in 2018 als een misdadiger te worden ondervraagd omdat ik simpelweg kom vragen waar ik recht op heb. Al die systemen krijgen het nadeel van de twijfel omdat ze zelf al beginnen met elk individu te benaderen met achterdocht in plaats van openhartigheid. Dat is het eindpunt van een staalharde, geatomiseerde sociale kijk die alleen maar kan denken in een zero-sumlogica: onze winst is jouw verlies, en omgekeerd.

Misschien dat ik daarom zo hou van restaurants. Het personeel is weliswaar vriendelijk omdat dat moet, maar ik denk niet dat je die job volhoudt als je constant je goede humeur moet faken. Onze opdiener is een wat foute oude vent met een zeemanspet op en zijn grapjes hebben kennelijk nog nooit gehoord van #metoo, maar je kan niet voor elke gelegenheid op de barricaden springen (en ik weet dat dat ook onderdeel is van mijn privilege). Even verderop gaat de brug open om een zeilboot door te laten.

Je kan gerust argumenteren dat de instituten en systemen gemener en genadelozer geworden zijn door sociale fraude, maar ze zijn zeker niet gemener en genadelozer geworden voor de toplaag. Ten eerste zou het doorsneelid van een dozijn raden van bestuur al niet met de fiets naar het werk gaan en dus zo aangereden worden, en ten tweede heeft zo iemand een persoonlijke assistent of een advocaat onder contract om zich niet bezig te hoeven houden met die eindeloze lawine aan papierwerk. Dat type mensen is te wereldvreemd om te beseffen dat veel mensen er genoeg van hebben gehad bedot, bedrogen en vernederd te worden door de instellingen waarin ze zetelen als afstandelijke demiurgen. Op hun beurt spinnen extremisten daar natuurlijk garen bij door te liegen dat de instituten niet meer werken naar behoren omwille van bruine mensen of meer nog, dat die voorrang krijgen, een huis, een telefoon, terwijl Jan Modaal op eindeloze wachtlijsten staat. In een voorbijgaande gedachte vraag ik me af hoe veel van de bejaarden in dit restaurant hebben gestemd op politici die hen gewoon verder om de tuin hebben geleid met hun domme praat. Maar met constant twijfelen aan mensen bereik je niets.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten