Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de afdeling columns en microstories daarvan. In 2017 bracht ik 'In de vorm van een vogel' uit, een bundeling van de beste 99 teksten van dit genre tot op dat punt, netjes geredigeerd en per seizoen geordend. Je kan die antologie gratis downloaden als je Patron wordt. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.
Posts tonen met het label baan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label baan. Alle posts tonen

maandag 8 april 2013

Imprint

Elke stad die groot genoeg is, heeft een eigen geur. Oostende is roest en zee. Antwerpen ruikt naar design en chauffages. In Brussel is het de mengeling van regenbuien die nooit verteerd werden, wafels en goten. Leuven, ontdekking van de laatste weken, heeft sporen van fruitsap door zijn straten zweven, net zoet genoeg om het te merken. Voor de rest: keurigheid. Al die geuren roepen associaties op die sporen terug trekken in m'n jeugd. Het is ongelooflijk als je er bij stil staat hoe veel patronen en codes er door onze lichamen en persoonlijkheden lopen.

We komen nog maar net ter wereld of we worden deel van een religie, een gemeenschap met eigen normen en waarden, en maken dingen mee die onuitwisbaar zijn, maar verborgen worden onder lagen en lagen gegevens die in onze hoofden geschreven worden met hete naalden. We staan vol tatoeages. Sommige markeringen zijn zichtbaar of zelfaangebracht. Weinig mensen weten dat we net als tijgers strepen hebben, maar ze zijn alleen maar zichtbaar onder infraroodlicht, maar ik zoek precies de dingen die niet waarneembaar zijn met gewone ogen en oren.

We zitten naast elkaar in het donker te kijken naar beelden van uitgekiende miniaturen die parlementen en insectachtige bloemen verbeelden. Aan de ene kant vertelt een Japanner een verhaal over een huwelijk en familiekwesties, aan de andere kant zegt een Ier ook iets, maar ik ben te druk bezig om me er van te vergewissen dat hij effectief een Ier is, dat ik niet luister naar wat hij zegt. Ik probeer samen te smelten met het nu. Geen makkelijke opdracht, omdat de imprint ter hoogte van mijn rug zegt: dit zijn de boodschappen uit het verleden, de dingen die niet zo maar weggaan als je je ogen dicht doet. Over mijn vingers staan tien andere zinnen geschreven, elk van hen onafgewerkt, zoekend naar ontbrekende zinsdelen.

Even later is er eten. Een koter loopt rondjes rond tafel. Ik kijk naar de persoon die tegenover me zit, en zie een gezicht dat niet kan liegen. Dat maakt conversaties zo veel makkelijker. Eerlijk zijn is de lagen afleggen. Een voor de hand liggende associatie is kleren laten vallen of pasgeboren of dood zijn, maar het is niets van dat alles. De lagen mens, verleden en hoop afleggen is geen kwestie van uitkleden of primitiviteit, maar rust. Observatie zonder oordeel. Een schematisch model van de mens opmaken als een wereld met geologische lagen die in elkaar overvloeien. De vergelijking is niet zo gek. Alles zit in een wereld, is een wereld en draagt werelden in zich. Het zou me niet verbazen als de pasta op haar bord een fractaal is, net als sommige schelpen en bloemen.

De wereld van elke mens heeft een middelpunt en dat is bij de meeste mensen verstoord. Ze beschrijven banen van het ene extreem in het andere, rusteloos zoekend, nu eens te ver van hun zon, dan weer te dicht. Bij het perihelium is de ene mens een hedonist of een sadist, bij het aphelium wordt hij een monnik en een masochist. Het is filosofisch gegoochel dat je ook wel kan vinden in talloze zelfhulpboeken, denk ik, terwijl ik later een paar kraaknette winkelramen in me opneem. Opnieuw fruitsap. Ik ken mensen die om de zo veel tijd zichzelf proberen heruitvinden, en dat is vermoeiend. Het is even vermoeiend om mensen te kennen die koppig weigeren hun volmaakt cirkelvormige banen te verlaten. Anderen blijven satellieten invangen, of worden er zelf.

Leuven en zijn netheid liggen nu achter ons, en het hinterland van Vlaamse lintbebouwing en industrie doemt op. Wat de horror is van het Amerikaanse suburbia met de witte tuinhekken, is fractaalversie van FC De Kampioenen voor het verkavelde Vlaanderen. Ook dat is een imprint, gebrandmerkt aan de onderkant van m'n tong: er zijn mensen die ik nooit zal begrijpen. Het maakt me hulpeloos. Aan de andere kant mogen we al van geluk spreken dat we onszelf begrijpen, en naast me zit iemand die die kunst ook lijkt te verstaan. We doen dat voorzichtig.

Hoe zou het zijn als ik alle lagen van alle dingen kon lezen door handoplegging? Vervelend, allicht. De meeste kennis is uiteindelijk banaal. Laat ik dus over middelpunten, kernen en para-zintuiglijke indrukken zeker ook niet te druk doen. Het is al wonderbaarlijk genoeg dat we ondanks de jaarringen die we allemaal hebben, met elkaar kunnen praten, en elkaar kunnen raken.

woensdag 8 september 2010

Paths of glory

Met dank aan de remixes van Burial van Thom Yorke - It rained all night en van Bloc Party - Where is home?

In een les godsdienst tijdens de hoogzomer van mijn middelbare school stelde de lerares de vraag wat het belangrijkste was in het leven. Eén vroegwijze medeleerling antwoordde vastbesloten: "connecties". Het leek toen een antwoord dat op zijn minst de moeite was om over na te denken, en vandaag is het een steenharde waarheid. Filosofie van de laatste decennia heeft het zelfs centraal gesteld in haar ontologische en - in mindere mate - ethische vraagstukken. Connecties zijn banen en sporen, en die bevinden zich overal. De onzichtbare elastieken van mens tot mens, de wurgkoorden van een gedoemde relatie of de marionettenspelersverhouding tussen officier en soldaat. Ook steeds terugkerende wisselsporen en wandelpaden zijn connecties, omdat zij niet alleen plaats A en B met elkaar in verband brengen, maar zij door de baan die tussen hen loopt ook hun bestaan aan elkaar ontlenen.

Mijn ribben doen pijn en mijn hoofd is uitgegoten als een regenbui. Die pijn was een eindpunt van een onfortuinlijke knie en een verkeerd geplaatste schouders, terwijl het hoofd steeds meerolt met het weer. De E17 is een wildwaterbaan geworden in een spattend grijs waas boven en beneden. "A million engines in neutral," zingt Thom Yorke, terwijl duizenden regendruppels hun val beëindigen tegen het glas van mijn voorruit. De uitwendige reis van man en auto weerspiegelt de inwendige, meervoudige tocht van de gedachten langs welgekende wegels en snelwegen. Links zijn de enorme, labyrintische complexen van mijn fictie, rechts liggen de molshopen van onafgewerkte projecten. Een galerij oordelen over mensen. Gisteren kwam ik Sasha nog eens tegen en ik zag haar oordeel weerspiegeld in mijn oordeel - we dachten vast allebei de foute zaken over de zich van elkaar verwijderende sporen die we intussen afgelegd hebben. Het schijnt dat als je je op een willekeurig punt in het universum in een willekeurige richting begint te verplaatsen, je uiteindelijk terug uitkomt waar je vertrokken bent. Het hoofd is echter niet gemaakt om een hypersfeer te bevatten.

Van lange stroken nat asfalt tot de kleinste kromming: ik kan niet zeggen hoe vaak ik al de baan heb afgelegd tussen de Heuvelpoort en de Zuid. Ik ken er letterlijk elke steen, elke deur en elk uithangbord, en leg die baan bijna altijd af op dezelfde, methodische manier. Toen ik kind was, viel me op dat onze katten steeds dezelfde weg namen door de tuin, hoewel daar geen natuurlijke paden doorliepen. Het brein vormt kaarten, kaarten graveren zich in dat brein en vertalen zich in gewoontes. Kaarten om van punt A naar B te raken, kaarten om persoon C ding D te laten doen en nog meer wegenkaarten met knooppunten, kruispunten en doodlopende eindjes die makkelijk uitkomen op dezelfde conclusies en gedachten. De wereld is onrechtvaardig of de wereld is een bittere plek, of zij is op haar laatste benen en alles wijst erop dat God spoedig zal terugkeren om orde te scheppen Insj'Allah. Het ingegraveerde brein verandert na een tijd zo snel niet meer en geeft de voorkeur aan vooroordelen en herhaling. Geen mens die er aan ontsnapt. Ik leer iemand kennen die me te snel en te hard doet denken aan een meisje dat acht jaar geleden mijn hart brak, en het wordt me al benauwd om de pijnlijke ribben. Wie weet heb ik de vrouw van mijn leven gemist. Ik zet mijn auto niet in achteruit, en Thom Yorke gaat onverdroten verder: "They pull the cars out of the river."

De lange, kronkelige weg als metafoor voor het leven is op zich een platgetreden pad dat veel te goed bewegwijzerd is. En terwijl ik een afrit inglij richting metropool van West-Vlaamse ingenieurskunst, maak ik me de bedenking dat alles al met het leven zelf moet vergeleken zijn. Zelfs een pot appelmoes kan het hele leven omvatten, met zijn brokken en gezeefde stukken, kwaliteitslabels en ondoorgrondelijke deksels. Verbanden liggen voor het grijpen. Er komen woorden op die ik al veel te vaak gedacht heb, vertakkingen voorbij de oordelengalerij in de tuin van luwte en rust, een plek waar ik te weinig zit. Onlangs heb ik gelezen dat beslissingen maken nooit een rationeel proces is - dat het deel in het brein dat de keuze maakt al oplicht nog lang voor we de keuze bewust gemaakt hebben. En toch moet ik geloven in een vorm van discipline, al was het maar om niet toe te geven aan de luiheid en het verval van lijf en leden, maar ook dat zal vast wel deel uitmaken van die helse cyclus van determinatie. Het is diezelfde determinatie die me woest twee vrachtwagens doet inhalen en door het oranje doet rijden in de onophoudelijke regenmist.

Mensen denken niet écht in woorden. Ik schrijf omdat ik geen muziek kan maken en omdat ik een ramp ben als schilder, want uiteindelijk denken we in klank en beeld. Of hoe de geur van vochtige aarde en potgrond me doet denken aan een tijd die even mistig en flou is als het weer vandaag . Het zijn bijeengeharkte herinneringen aan kastelen bouwen uit steengruis bij de serre van mijn grootouders, mijn grootmoeder die bessensap maakte en mijn geheugen dat nog haarscherp was. Toen al trainde ik om een grootmeester te worden in het inetsen van wat mensen gezegd hadden - soms willekeurig, soms omdat ik het zelf wilde. Terwijl ik een parkeerplaats zoek en werknemers door plassen en regen spurten naar de poort van ons gezamenlijk dagverblijf, heeft de buitenaardse stem van Yorke plaatsgemaakt voor die van Kele Okereke, die zich afvraagt waar zijn thuis is. Wel, thuis is een samenplaksel van zintuiglijke, subvocale indrukken, een souterrain van suiker en vet. Het is een zwaktebod van metaforen en een plek in mijn hoofd. Het heeft een ring rond mijn ribben gelegd, en het is alles tussen wat ik zie als A en B.