Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

vrijdag 13 september 2013

Gouden regen

Weinig mensen gaan graag naar buiten als het regent in dit grijze land, tenzij onder een paraplu of in een regen die modieus licht genoeg is voor romantische komedies. Kijken naar regen vanachter een venster, dat kan dan weer wel. Het creëert de nodige afstand tot de wereld, en wikkelt straten in ondoorzichtige dekens waardoor contouren minder scherp lijken. Ik vraag me af of holbewoners dat ook deden, aan de rand van hun grotingang gaan zitten, terwijl ze de laatste restjes bot afknuisden en zwijgend keken naar de bakken water die neer kwamen plensen over de velden, bomen en bladeren. Misschien namen ze dan ook de tijd om verder te werken aan hun grotschilderingen, of vertelden ze verhalen om te proberen begrijpen hoe hun wereld in elkaar zat.

We zijn die kunsten nog altijd niet verleerd, voor als we stil zitten en gedwongen zijn om niets te doen. We kunnen in de zetel gaan liggen en kijken hoe eindeloos al die druppels in kolonnes hun weg naar beneden vinden, en intussen fantaseren over plotse rijkdom, ons afvragen waar het ook alweer verkeerd liep met die verloren liefde en of dieren werkelijk kunnen nadenken. Ik kijk rond, naar beneden, vooruit, naar boven, met de gedurigheid van een periscoop. Alle dingen die ik zie, zijn artefacten van andere verhalen. De auto's zijn een ketting van consumerisme ("ein Volkswagen für allen"), de gebouwen dromen van een bakstenen burgerij die via andere artiesten zichzelf tentoonstelde als hoogtepunt van smaak.

In de kranten die op tafel liggen, ligt dan weer een ander verhaal besloten. Het gaat weer beter met de economie, de heilige cijfers vertonen tekenen van leven. Om de een of andere reden moeten we daar blij mee zijn. Geen enkele krant, geen enkele columnist die zich de vraag lijkt te stellen waarom dat op optimisme onthaald wordt net alsof er een welpje geboren is in Planckendael. De groeicijfers betekenen niet noodzakelijk dat er plots minder werklozen zijn. Alleen de miljonairs laten de champagnekurken knallen: er zijn nog nooit zo veel superrijken geweest in België.

Dat we blij moeten zijn als de beurs of 'de economie' het goed doen, is vooral dat we rozen moeten werpen naar de lui die buitensporige lonen, bonussen en ontslagvergoedingen incasseren zonder dat daar veel risico's aan vasthangen. Immers, zij hebben het verhaal waargemaakt dat als een wereldslang ons denken omspant: ze zijn succesvol, materieel welstellend en onafhankelijk kunnen worden, en de achterliggende gedachte is dat we dat allemaal kunnen. Als we hard genoeg werken. Als we niet op de zetel liggen en niets doen terwijl we genieten van regen die tegen vensters uiteenspat. Als we toevallig de juiste connecties hebben. Als we geluk hebben. Als we blanke mannen zijn. Als we de juiste partijkaarten bezitten en goed pakken op tv. Als we domweg de rest een rad voor ogen kunnen draaien.

Wat regen ook doet, buiten laten stilstaan, is verzachten. Het is een balsem voor een overaanbod aan geluiden en verhalen, bijvoorbeeld de talloze verhalen die over de ether en langs reclamevensters binnendringen in de leefwereld. De clou van die verhalen is meestal een variant op 'gij zult kopen'. Het is moeilijk om die afstand tot die constante impulsen werkelijk of ironisch te maken. Ook ik droom van een eigen zwembad, een kostuum op maat of een snel-snel programma dat me zou transformeren in een Griekse god. Misschien is dat het enige dat nog positief is aan mijn generatie, namelijk dat we door het stokken van die continue stroom aan propaganda, des te duidelijker het falen ervan zien.

Ik spreid mijn hand zo ver mogelijk uit tegen het venster en beeld me in dat die de regen aan de andere kant zal tegenhouden. Hoe harder systemen beginnen te sputteren, hoe schriller en evangelischer hun voorstanders beginnen te klinken. De kepi's in de Sovjetunie werden zo groot als vliegende schotels toen de jaren van stagnatie onder Brezjnev aangebroken waren, en het potsierlijke vlaggengezwaai in de Verenigde Staten is meer dan ooit een keizer zonder kleren. Nee, zelfs Reagan en Thatcher waren niet extreem genoeg voor hen: dat was het enige wat ze ooit verkeerd deden.

Iedereen is iemands antagonist, is het niet in z'n persoonlijke narratief, dan is het wel in dat van een grotere groep. Wat voor mij de zegedronken neoliberale elites zijn die high worden van hun eigen gouden pis, dat ben ik allicht voor de lakeien van diezelfde elites. Niet dat dat een oproep is tot relativisme, integendeel. We snappen allemaal wel dat een happy end niet onmiddellijk in het verschiet ligt, maar trekken andere conclusies. We zijn andere verhalen gaan bewonen, andere kolonies en andere grotten, terwijl we in feite grotendeels dezelfde problemen tegemoet gaan. We worden allemaal nat in de regen, en ze zeggen dat we er nog blij mee moeten zijn ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten