Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 26 mei 2016

Heimelijk

Toen ik een jaar of zes was zijn m'n ouders op een keer vergeten om me naar bed te sturen. Mijn moeder had een bloemenwinkel en was die avond naar de groothandel gegaan om inkopen. Vader stond haar nadien te helpen bij het maken van bloemstukken in de werkplaats achter de winkel. In de woonkamer zat ik te kleuren terwijl ik luisterde naar een cassettetape van Lecturama, waar sprookjes voorgelezen werden en er telkens een belletje rinkelde als je de bladzijde van het bijgeleverde boek hoorde om te slaan. De tapes zelf zaten dan weer opgeborgen in een koffer die de vorm had van een gigantisch boek. Terwijl de tape afliep en het licht buiten dimde, hoorde ik mijn ouders vlijtig verder werken in de werkplaats met hun eigen muziek erbij. Ik voelde me in alle stilte en vergetelheid een heimelijke overwinnaar omdat ik al minstens een uur te lang op was.

Je herinneringen kies je niet altijd, zeker niet van een tijd waar je nog niet werd geacht dingen vanbuiten te leren volgens een bepaald stramien of omdat er cijfers aan vast hingen (niet dat zo'n stramien ooit motiverend werkte voor mij). Maar waarom is het die herinnering die kristalhelder kan opgeroepen worden en niet wat ik de dag erna of de dag ervoor deed? Is het eigenlijk niet eerder zorgwekkend dat we zelden zonder externe hulpmiddelen ons leven maar heel vaag chronologisch kunnen navertellen? Nee, want daar dient ons geheugen in feite niet voor. Herinneringen zijn boodschappen die moeten dienen als waarschuwingen of gidsen en hangen samen met emoties. In dit geval mijn eerste bewuste herinnering aan de heimelijkheid.

De heimelijkheid en ik hebben een lange geschiedenis. Zo wandelde ik 's nachts graag binnen en buiten in diverse cafés en had er gesprekken met volslagen onbekenden. Of als tiener lag ik in 't geniep te lezen in bed met enkel nachtstilte en een lampje dat op dimstand stond. Nu nog steeds heb ik de onverkwikkelijke neigingen de uren rond middernacht te stelen als iets dat enkel van mij is en bij mij hoort. In die tijdnissen bestaat er geen plicht, geen afwas die moet gedaan worden, geen rapporten die op tijd moeten ingeleverd worden. Er bestaat in die uren ook geen modebesef. Zelfs de kater mag er niet bij zijn: die moet dan in zijn mandje gaan liggen of desnoods op mijn bed wachten tot ik zelf kom slapen. Zou hij ook van die herinnerde gevoelens hebben?

Ik ben vaak bezig met nagaan waar gewoontes en gedragskenmerken vandaan komen bij anderen en bij mezelf. Ik wil ze terug kunnen traceren als een soort lichtend pad, al is de echte keten van oorzaak en gevolg veeleer een constructie van giswerk dan een stalen feit. Want waarom precies geniet ik van heimelijkheid, buiten een erg milde vorm van iets uitspoken wat niet 100% hoort? Voor een stuk omdat het een verdwijntruc is. Ik ben een zeer aanwezig persoon en dan nog het meest van al in mezelf. Vrienden en familie zullen dat soms tot hun jolijt en soms tot hun chagrijn kunnen bevestigen. Heimelijkheid ontslaat me paradoxaal van mijn eigen aanwezigheid. 's Nachts kan ik dan even naar het balkon en zonder specifieke dingen te denken kijk ik naar de bomen aan de overkant van de straat, dan links en rechts, in de wetenschap dat er geen auto zal komen en dat ik mogelijk de enige persoon ben die nog op is in de buurt.

In m'n heimelijk uitgegraven holtes en grotten kan de druk eraf. Er is veel dat ik met alle oprechtheid juist wil doen. De rekeningen moeten een beetje kloppen en daar waar ik tekort schiet, voel ik m'n tanden al knarsen. Zoals piekeren over hoe lang het geleden is dat ik bepaalde oude vrienden nog zag en dat we elkaar stilletjes losgelaten hebben zonder dat er een echte oorzaak voor was. Of dat ik vorige week te laat was op het werk en dat gênant vond. Of ik vraag me af of het wel oké is om zo veel te willen van het leven wat ik misschien nooit ga kunnen krijgen. Die pirouettes van het verstand houden dan even op met draaien. Dan ben ik heerlijk alleen terwijl het leven, het werk, de slaap en weet ik wat nog onverbiddelijk verdergaan in een gigantische werkplaats. Soms ruik ik nog de geur van bloemstengels en zie ik mezelf nog steeds die jongen inkleuren die met zijn brommertje tot op de maan was geraakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten