Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 16 februari 2012

Parallelle levens

Het is een milde, natte februari-avond als ik naar buiten stap zonder sjaal. Meteorologisch gezien is het een doodgewone, zelfs saaie, miezerige dag. De avond doet geen recht aan de omwentelingen om ons heen, maar zo gaat dat nu eenmaal - de banaalste contexten kunnen de belangrijkste feiten in zich dragen. Hannah Arendt mag dan gesproken hebben over 'die Banalität des Bösen', ik hou persoonlijk meer van de fractaalachtige structuur die modernisten uit het banale wisten te puren. Tegen het aanstromende verkeer moet je met zulke lulkoek natuurlijk niet komen aanzetten, ook al is lullen mijn broodwinning. Aan de poorten van de appartementsgebouwen staan vuilzakken buiten als dikke vrouwtjes met een gele regenjas, ongracieus natgeregend. Ik snuif de lucht op. Dat doe ik vaak, alsof ik er mee zou kunnen aanvoelen wat voor sfeer de omgeving regeert.

In de hall van mijn appartement, waar ik me nu met elke volgende stap verder van verwijder, ligt een stapel bruine enveloppen te wachten op postzegels. Ik ben realistisch over mijn kansen bij uitgevers, omdat ik intussen weet dat ik kan schrijven, maar daar niet alleen van afhangt of je een uitgever vindt of niet, en ook omdat ik weet dat de kans klein is dat ik het stratosferische niveau zal halen van mijn eigen literaire helden. De ambitie is altijd groter geweest dan het resultaat. Net dat heeft me ook wel in staat gesteld uit te stijgen boven mijzelf. Uit een venster weerklinkt ruzie. Op straat staat een groepje West-Vlamingen rond een auto luid te praten over bier. De hemel zelf ziet er zompig uit. Zoals steeds word ik achtervolgd door muziek. Een grote auto rolt door de straat. Hij is wel tien meter lang, volledig groen geschilderd en op het dak staat een zwembad waar een harige travestiet in bikini in zit.

Overal lijk ik mensen te herkennen maar dat komt omdat het donker is, de verlichting schaars en ik elke dag ouder word. Een meisje met een strenge tred en een Frans uitziend kapsel doet me denken aan iemand die ik bijna alle dagen tegenkom in de metro en altijd kauwgom eet. Misschien om te proberen stoppen met roken. Misschien als bezigheidstherapie. Misschien is het qat. De slotsom van de vergelijking is dat niemand er een moer om geeft, en dat is ok. Aanvaarding is een deugd. Niet dat we niet meer aan onszelf mogen werken, maar wild in het rond blijven zwaaien met sloophamers is nooit een oplossing geweest. Aan een smeedijzeren hekken waar ik langs stap zit een leeuw die me indolent aankijkt, en ik krijg er zin van in een goeie lap biefstuk.

Ik ben onderweg naar een café (waar zou ik 's avonds anders nog te voet naartoe gaan als het geen sociale gelegenheid was) waarvan ik weet dat de baas soms last heeft van buien van razernij en al een keer zonder aanleiding met stoelen was beginnen gooien. Cafébazen zijn een soort apart. Een draad muziek kruipt terug naar omhoog langs mijn been - een droef-dreigende baslijn die elk moment kan muteren tot een gesmoorde, onverstaanbare stem die zich verliest in ruisende percussie. Woorden doen de werkelijkheid weer eens geweld aan. Op de hoek van de straat kruisen zes studenten mijn pad en ze vragen me om vuur. Van mijn kant verbaas ik me er om dat ik dat nog steeds bij me heb, hoewel ik probeer te stoppen met roken. Proberen stoppen met roken, bestaat dat wel? Je rookt of je rookt niet. Voorlopig niet, dan. Eén van de studenten steekt een enorme pijp aan en begint de brabançonne te zingen.

Is niet elke werkelijkheid inbeelding? Als we beseffen hoe vaak onze geheugens liegen tegen ons en het brein het lichaam naar zijn hand probeert te zetten, waar staan we dan met onze pogingen tot controle? De dingen gebeuren. Mijn favoriete artiesten hebben nieuwe muziek uit, ik heb een bundel af vol poëzie van twijfelachtig allooi, uitgevers zitten niet te wachten op mijn werk en rondom me lijkt iedereen zich voortdurend schrap te zetten tegen economisch noodweer. Het werk gaat hard, de slaap gaat harder. Om het hele leven te omvatten, zou ik nood hebben aan een constante buitenlichamelijke ervaring, maar wat heb je daar aan zonder de kans iets mee te delen over die ervaring? De ware observanten zijn gedoemd tot steen. De rest praat. Ik stap over de drempel en zwaai de deur van het café open. Er zit binnen een aap met een enorme bril op de luster, en een groep Italiaanse carabieneri viert de opening van een gat in de grond waarin mensen al hun slechte herinneringen, schuld en schaamte kunnen weggooien. Ik denk dat ik er een extra voorhoofdsrimpel bijgekregen heb.

2 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Toen heb ik een witbier besteld en een lang gesprek gevoerd dat onder andere de inspiratie vormde voor deze tekst :).

      Verwijderen