Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de afdeling columns en microstories daarvan. In 2017 bracht ik 'In de vorm van een vogel' uit, een bundeling van de beste 99 teksten van dit genre tot op dat punt, netjes geredigeerd en per seizoen geordend. Je kan die antologie gratis downloaden als je Patron wordt. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.
Posts tonen met het label kerstmis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kerstmis. Alle posts tonen

woensdag 1 januari 2025

Nonkel Diarree

We zijn het nieuwe jaar binnengestapt. De vloer is nog nat. Van een kater is geen sprake aangezien de katerstaat de standaard is geworden de laatste jaren. Er is weer overmatig getafeld en gelachen geweest met familie en vrienden en ik heb nog enkele dagen van verlof na een vervelend virus dat me meer dan een week geveld heeft. Er is een geboorte geweest in de familie, dat ook. Ik focus me hier op het persoonlijke omdat ik nog steeds de gordijnen gesloten probeer te houden tegenover de rivieren van brandend afval die overal om ons heen denderen.

In onze familie was er een oudoom, een boekhouder met de naam André, die bekend stond als “Nonkel André” of in ons dialect “Nonklandré”, wat mijn kinderlijke zelf hilarisch vond om te veranderen in “Nonkel Diarree”. Vooral omdat het een wat gevreesde, ernstige man was. Niet, zoals je je clichématig een klassieke boekhouder voorstelt als een schuchtere, ascetische man met een dunne stem, maar een luide, wat zware man met een even zware Stephan Derrick-achtige bril. Toevallig was “Nonkel Diarree” ook dol op Duitsland, maar niet omwille van foute redenen.
 
Een week geleden ben ik dus zelf voor het eerst oom geworden. Hoewel mijn ouders drie zonen hebben weten op te voeden tot volwassenen, zijn noch ik, noch mijn eerstvolgende broer vader geworden en is de kans klein dat we het ooit zullen worden. De wolk van een dochter is van mijn jongste broer en zijn vrouw en ze werd geboren op Kerstdag. Ik heb nog geen bezoek kunnen afleggen aan de baby omdat ik geteisterd werd door - je raadt het misschien al - diarree, wat me in een karmische cirkel nu de werkelijke Nonkel Diarree maakt. Friedrich Nietzsche had het indertijd over de “eeuwige terugkeer”, en bij mij lijkt die zich vooral in grofkomisch karma te grossieren.
 
“Maar een kind ter wereld brengen, in deze tijden?” Je zou het gelijk wanneer kunnen gezegd hebben in de menselijke geschiedenis en tot op zekere hoogte zelfs onafhankelijk van sociale klasse, aangezien voor de komst van de moderne medische wetenschap evenveel aristocratische als arme vrouwen het leven lieten bij de bevalling. Maar toch: het blijft altijd ergens een daad van verzet tegenover de koele onverschilligheid en grilligheid van de wereld. Zeker nu het een keuze is en geen verplichting of ongeval. Om nog maar te zwijgen over wat de komende jaren en decennia zullen brengen.
 
De hoop is dat, mocht mijn nichtje deze tekst onder ogen krijgen binnen 41 jaar, ze schamper zal moeten glimlachen over de zorgen die de generatie van haar ouders had en dat de jaren '20 van de 21ste eeuw voor haar geldt als de laatste, gewelddadig-zure oprisping van het terminale kapitalisme. Alles kan slechter, maar het kan ook beter. Zolang we nog durven geloven dat er een bocht mogelijk is, hoe hopeloos de zaken ook lijken, kunnen de slechteriken nooit echt winnen, want het slechte gedijt bij wanhoop en het gevoel te geven onvermijdelijk te zijn. Om het te zeggen in het potjeslatijn van 'The Handmaid's Tale': Nolite te bastardes carborundorum.

En die diarree? Ach, mijn moeder wanhoopte dat ik niet mee had gekund op babybezoek, en ik zei: “Binnen 30 jaar herinnert iedereen zich de geboorte van een kerstkind op deze dag, niet dat ik diarree had”.


 

maandag 16 december 2024

Wat als ik nu eens geen goesting heb?

Het jaareinde nadert en dat nodigt uit tot omkijken, dus doe ik dat niet. Vooruitkijken is al weinig verheffender, met de wereld die is wat ze is. Je had die zinnen vast ook kunnen schrijven in 1523, 523 en 3523 voor Christus en ze waren even waar geweest. Wel heb ik een gedicht geschreven vandaag, dat ik volgens de regels van de kunst zou moeten promoten met een afbeelding, een video, een reel of een bijbehorende rake opmerking die zou zorgen voor meer engagement, oogbollen en kliks, maar wat ik daar nu gewoon geen goesting in heb? Het is een lange dag geweest. Ik zat vandaag in Oostende bij een ex-klant die hopelijk opnieuw klant wil worden bij ons en zowel voordien als nadien op de trein. Vooral de heenrit was weer een volkskermis van debielen, met achter me een dikke bierdrinker met een zware adem, die na zijn pint snurkend in slaap viel.

Ik heb vast ook al gesnurkt op de trein. Maar nog nooit een trein binnengestapt met een blik bier, en al helemaal niet 's voormiddags. Die man zal een triest verhaal hebben, daar twijfel ik niet aan, maar ik heb er geen zin in dat hij mijn eigen trieste verhaal nog triester komt maken. Helaas, zoals de beroemde filosoof Pennywise de Dansende Clown zegt: "we all float down here." Als je goed kijkt, kun je hem ook vinden op het schilderij 'De school van Athene', tussen de bedenker van het vulgarisme, Testikles, en de eerste man die ooit protesteerde tegen het beleid van de Griekse stadstaat door de Areopagus in te smeren met fecaliën, genaamd Koprophagos. Je ziet, het is alweer een dag vol bedenkingen van een ongekend niveau waar enkel markies de Sade mee zou hebben gelachen.

Het eerder vermelde gedicht was me al in fragmenten komen aanwaaien op de fiets naar het station en broeide verder op de fietstocht naar huis. De laatste weken lees ik veel en schrijf ik weinig. Overal knabbelt er wel iets aan die rattenkop van me dat me het schrijven verhindert, en ik heb niet eens kinderen, tenzij rosse Reginald meetelt. Het arme dier zat gisteren verloren voor het balkonvenster te kijken naar de kerstboom, die ik verplaatst had naar de andere kant dat venster. De dagen ervoor was hij er al in geslaagd vijf (!) kerstballen van de boom te lichten en die te gebruiken als zijn nieuw speelgoed. Hij was tevens in de plastic naalden beginnen bijten, terwijl ik er vrij zeker van ben dat katten geen plastic verteren (of lusten). Soms heb ik medelijden met hem, opgescheept als hij is met een dichter als baasje, gehuisvest op een appartement met twee slaapkamers (we delen één slaapkamer) zonder tuintje. Maar ja, zo zal hij tenminste niet vergiftigd worden door een dierenbeul of aangetikt worden door een auto.

Tegen dat ik de eindmeet haal van het jaar, zal ik net als het jaar ervoor 20 boeken hebben gelezen. Ik moet daar altijd aan denken als ik door de Humo's blader in december, met die schier onuitputtelijke eindejaarslijstjes van BV's, die kennelijk allemaal de tijd vinden om zich aan Belangrijke Literatuur te wijden. Welke mens gelooft dat pakweg Constant T.V. Hoofdt, bekend van lichte entertainmentshows, werkelijk naar de opera geweest is, een turf van 800 bladzijden heeft gelezen en geboeid heeft zitten kijken naar de nieuwst bejubelde film uit de Olijfboomcinema? Niet dat ik lach met mensen die dat allemaal doen, integendeel, maar het is een beetje potsierlijk allemaal.

Potsierlijke boeken! Een vriend kwam er hier recent nog een tas dumpen. Ondanks mijn ongeloof over sommige titels, die zo niche zijn dat ik ze niet zou geloven als iemand me over zou hebben verteld - geen reëel voorbeeld, maar iets als 'Die Geschichte der Masturbation im 16. Jahrhundert in der Markgrafschaft Meißen' - weet ik heel zeker dat die vriend ze allemaal gelezen heeft. Wat een man. Intussen doe ik wat afwas, vul ik een vaatwassertje en gun ik Reginald wat speeltijd. Om de één of andere reden houdt hij ervan als ik hem achtervolg door het appartement. Met tussenpozen laat hij zich dan vallen en aaien. Ook dieren zijn personen, nietwaar. Maar Reginald heeft geen gedicht geschreven en ik wel. En net als Reginald heb ik geen goesting om het te promoten.